Pygmeeën

In het meanderende coulissenlandschap van de Tweede Kamer is het domein van de PVV een karige akker waar dorre domheid welig tiert en lange leegte wortel schiet. Dit is een gevolg van de beproefde tactiek der verschroeide aarde: zelf een stelling opwerpen die niet waar is en vervolgens een andere partij laten uitleggen waarom zulks wel waar is. Het debat van 16 april over de Europese Top bracht ons de vruchteloze rentree van Kamerlid Emiel van Dijk, die eerder om onverklaarbare redenen reeds twee termijnen tot de selectie van Geert Wilders was doorgedrongen, met als voornaamste rendement een aantal kansloze moties inzake zijn favoriete thema ‘asielzoekers’, vooral in relatie met ‘overlast’. Dinsdag had hij er weer één: ‘De Kamer, gehoord de beraadslaging, van mening dat met het treffen van mogelijke onderhandelingen over de modernisering van de EU-Turkije douane-unie de deur van toetreding van Turkije tot de Europese Unie langzaam wordt geopend; verzoekt de regering ervoor te zorgen dat er onder geen beding een versoepeling van de visumplicht komt voor Turkije, en gaat over tot de orde van de dag.’ Oftewel, in gewone PVV-taal, we hebben nu zo langzamerhand wel meer dan zat van die shoarmaslingeraars binnengelaten, het is een keer mooi geweest met die Erdogan-tsunami, minder minder minder Turken.

Geen misverstand: hij mag dat vinden, sterker nog: hij mag het zelfs zeggen, niemand die hem dat verbiedt. Het punt is alleen dat er verder niets uitkwam behalve ongekend onbenul en stuitende stupiditeit. Er waren verschillende collega’s die hem qua uitleg probeerden te helpen met retorische vragen die hij alleen maar hoefde in te koppen, maar zelfs dat weigerde bij consequent. Het gaf opnieuw voeding aan mijn idee dat Wim de Bie weliswaar dood is, maar dat De Tegenpartij nog steeds bestaat en dat Kees van Kooten de helft van alle PVV-typetjes voor zijn rekening neemt. Emiel van Dijk, Dion Graus, Léon de Jong, Willem Boutkan: hij doet ze allemaal. Het is heerlijke televisie, en het werd nog meer smullen toen hij zich, natuurgetrouw vermomd als onze demissionaire minister-president, u weet wel: die man die ‘s zondags de minima komt naaien, in de discussie mengde met de kolderieke opmerking dat ‘Poetin geen sterke persoonlijkheid is’. Toen ze dat in het Kremlin hoorden hebben ze het budget voor de sponsoring van buitenlandse politici onmiddellijk verdubbeld. En dat bracht Martin Bosma, de racistische voorzitter van onze Tweede Kamer, natuurlijk niet op het idee om het volgende gedicht van Gerrit Komrij voor te dragen:

De ware bescheidenheid

Vooral pygmeeën ambiëren zeer
De grote aandacht trekkende gebaren.
Luidruchtig gaan ze, denken ze, tekeer:
Maar uit hun mond komt ijl geruis gevaren.

Ze zien zichzelf graag midden op de markt
En slijten daar verschrompelde problemen
(Met moeite hier en daar bijeengeharkt)
Voor nieuwe passies. Roest voor diademen.

Al 't minder kleine is groot voor de geringe.
Een reus alleen kan nietigheid verdragen.
Hij schept behagen in de kleinste dingen:
Aardschokken, volksoplopen, sprinkhaanplagen.

(uit: 'Alle gedichten tot gisteren', 1994)


Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.