’t Swarte gat

In september vorig jaar vierde mijn oude voetbalclub Vosta het 75-jarig bestaan. Op de jubileumreceptie was Marco Swart, Enschede’s wethouder van sportzaken, de grote afwezige. Reden: hij zou de uitnodiging niet ontvangen, althans niet gezien, laat staan gelezen hebben. Hij was rond die tijd juist aan het verhuizen en de envelop moest ergens onderweg verdwaald zijn. Nu lijkt het mij voor een wethouder wel zo handig om op het stadhuis een eigen postbakje te hebben, en daar af en toe ook eens in te kijken, maar goed: het kwaad was geschied en hij zou het goed maken. De eerste gelegenheid daartoe deed zich voor op 13 maart, toen de wethouder voor de thuiswedstrijd tegen ’t Centrum namens de gemeente Enschede een cadeau overhandigde en vervolgens in hoogst eigen persoon de aftrap verrichte. Het schijnt allemaal gelukt te zijn en Swart was zelfs nog zo sportief om toe te geven, dat deze aftrap – tevens zijn laatste daad als wethouder – de eerste van zijn leven was geweest. En in die combinatie schuilt meteen de grote tragiek van de mistige herinnering aan ’s mans achtjarige aanwezigheid op het lokale pluche.

Wie je ook spreekt of wat je ook leest over het beleid van Marco Swart: wat overheerst is de ademloos ruizende echo van een oorverdovende stilte en uit vrijwel alle getuigenissen rijst het beeld van een afstandelijk regent en een op z’n minst onhandig opererend politicus. Ik heb hem ooit meegemaakt op een kampioensreceptie voor het eerste herenelftal van onze hockeyclub (inderdaad, dat is lang geleden) en ik had geen moment het idee dat daar een wethouder van sportzaken stond. Het leek meer de dirigent van een Byzantijns mannenkoor of de bassist van het Cocktail Trio. Overigens, geen misverstand: een voorkomender politicus zal Enschede niet gauw terugkrijgen. Hoewel voorkomendheid nou niet een eigenschap is, waarmee je in de vrijgevochten verpimfortuynisering van de politieke jungle punten scoort. Zijn landelijke lijsttrekker Dijkstal is ook heel erg aardig en die trekt ’t evenmin. Maar wat veel minder aardig is: eigenlijk bestaat de sportieve erfenis van Marco Swart uitsluitend uit het omstreden subsidiestelsel om mensen uit achterstandswijken aan het sporten te krijgen. Dat was ’t wel zo’n beetje. Voor een dirigent van een Byzantijns mannenkoor of de bassist van het Cocktail Trio is dat misschien een hele prestatie, maar een wethouder van sportzaken had wel wat meer mogen nalaten. Waarmee de conclusie is gewettigd, dat de Enschedese sportwereld met het afscheid van deze bestuurder bepaald niet in een Swart gat zal vallen.


Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.