Team USA

Aarhus, Watford, Fulham, Rennes, Hammarby – het zijn niet de meest tot de verbeelding sprekende namen uit de internationale voetbaldivisies. En toch zijn deze clubs de leveranciers van het Team USA, dat tijdens de Confederations Cup de finale tegen Brazilië speelde, na eerder Egypte en Spanje te hebben verslagen. Maar wie zijn dat dan, Tim Howard, Jonathan Spector, Oguchi Onyewu, Jay DeMerit, Carlos Bocanegra, Clint Dempsey, Ricardo Clark, Benny Feilhaber, Landon Donovan, Charlie Davies en Jozy Altidore, die zondagavond in de basis stonden, behalve enkele van de mooiste namen die de Verenigde Staten als het geslaagde voorbeeld van een multiculturele samenleving te bieden hebben? Nou gewoon, elf niet onaardige voetballers die samen een geweldig sterk collectief vormen en vooral daardoor bijzonder lastig te bespelen zijn. Brazilië moest alles geven om ze uiteindelijk met 3-2 de baas te blijven.

En toch, Amerika en voetbal: het blijft een gespannen verhouding tussen die twee. Alleen al dat ze de sport soccer noemen, en niet gewoon voetbal, want dat is een andere sport die veel groter en veel populairder is. Ik heb ook altijd het idee dat Amerikaanse voetballers op elk moment de bal in de handen kunnen nemen om ‘m vanuit die positie een geweldige lel te verkopen. Oh sorry, mag dat niet? Nee, dat mag niet, maar wat wil je ook anders als je land eigenlijk geen enkele voetbaltraditie kent. Pele, Beckenbauer, Cruyff, Neeskens: ze hebben het allemaal geprobeerd en bij clubs als New York Cosmos goud geld verdiend, maar de gouden bergen hebben ze nooit kunnen waarmaken. Misschien dat het kwartje nu eindelijk wel valt sinds ze hebben laten zien waartoe ze op een groot toernooi in staat zijn. Ik zie het al voor me: Nelson Mandela die samen met Barrack Obama volgend jaar in Johannesburg de World Cup uitreikt aan aanvoerder Landon Donovan. Yes we can!

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.