Mark & Mark

Mijn man van de afgelopen Tour de France was niet Alberto Contador, hoewel ik zijn overwinning buiten en boven elke twijfel vind staan. De eer gaat evenmin naar Lance Armstrong, die voor mij op de fiets nog altijd meer machine dan mens is, ondanks zijn strijd tegen de kanker. Nee, ook Kenny van Hummel komt niet in aanmerking, al toonde hij wel elke dag meer karakter totdat een domme val hem uit de koers wierp. Jens Voigt, Albert Timmer, Andy en Fränk Schleck, Bradley Wiggins, Laurens ten Dam, Juan Manuel Gárate: we hebben ze respectievelijk gruwelijk zien vallen, hartstochtelijk ten aanval trekken, gebroederlijk dansen op de flanken van de cols, verrassend vierde worden, tegen beter weten erin blijven geloven en op de Mont Ventoux de eer van de Raboploeg redden. En toch is geen van hen voor mij de man van de afgelopen Tour de France.

Wat ik zondagmiddag omstreeks half zes op de Champs d’Elysées met stomme verbazing zag gebeuren, was voor mij het absolute hoogtepunt van de Tour de France. Na vijf overwinningen lag het natuurlijk min of meer voor de hand dat Mark Cavendish ook deze etappe met twee armen in de lucht (en twee vingers in de neus) zou afsluiten, maar de manier waarop zijn ploeg dit voorbereidde deed letterlijk en figuurlijk de deur dicht. Je moet wel een Australische durfal zijn om met gevaar voor eigen leven in die laatste bocht iedereen de pas af te snijden (lees: nog net niet in de hekken te rijden), vervolgens lomp hard de sprint voor je kopman aan te trekken en tenslotte achter hem juichend over de finish te knallen. Mark Renshaw deed het allemaal op een even bloedstollende als fabuleuze wijze en daarom is hij voor mij de man van de afgelopen Tour de France. Zijn commentaar op YouTube: “Yeah, I’m a badass.”

(28 juli 200)

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.