Zomergasten (3)

Vorige week ging de tweede aflevering van deze zomerserie over een Duitse voetballer, Helmut Rahn, die behalve veel doelpunten ook de nodige onrust scoorde. Zomergast nummer drie is een Franse voetballer, die het fenomeen “enfant terrible” had kunnen uitvinden. Deze maand is het tweeëntwintig jaar geleden, dat Eric Cantona debuteert voor het Franse elftal, nadat hij enkele jaren is gevormd en gekneed door de legendarische trainer Guy Roux van Auxerre. Daarna gaat het snel met de bonkige spits, die als handelsmerk altijd met de kraag omhoog speelde. Via topclubs als Olympique Marseille en Girondins de Bordeaux komt hij in 1992 bij Manchester United terecht en daar gaat hij het helemaal maken. Hij staat persoonlijk garant voor de terugkeer van de club aan de internationale top en wordt in 2000 door de fans gekozen tot Speler van de Eeuw (“Eric the King”).

Toch had het weinig gescheeld of het was nooit zover gekomen. Hij zag zichzelf als zijn lastigste tegenstander (“I play against the idea of losing”), beledigde de Franse bondscoach, verscheurde zijn shirt na een wissel en gooide het weg, gooide een bal naar de scheidsrechter en werd talloze keren geschorst. In januari 1995 werd hij in de uitwedstrijd bij Chrystal Palace door een fan van de thuisclub uitgescholden. Cantona bedacht zich geen moment, klom de tribune op en gaf de man een woeste karatetrap. Hij mocht daarna negen maanden niet spelen en Manchester United werd dat seizoen geen kampioen. Het voorval heeft hem kennelijk toch ook de nodige goodwill bezorgd, want toen hij bij zijn afscheid verkondigde dat hij als cadeau graag enige werken van de dichter Rimbaud zou krijgen, werd hij bedolven onder video’s van de prijsbokser Rambo. Tja, dat krijg je als je een Franse naam op z’n Engels uitspreekt. Wel toepasselijk, overigens.

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.