Hengelo

Als jong mannetje fietste ik regelmatig richting Het Diekman om naar de training van FC Twente te kijken. De penetrante pieslucht die hordes urinerende mannen tijdens de rust van de wedstrijd in de struiken verspreidden zat bij thuiskomst nog in mijn neus, dat was het aroma van mijn jeugd. De pet van Kees Rijvers is een ander souvenir dat uit die tijd aan een haakje in mijn geheugen is blijven hangen. Het was de periode waarin FC Twente de nummer drie van Nederland was, en in 1974 zelfs bijna de nummer één. Twee dagen voor de beslissende wedstrijd tegen Feyenoord in De Kuip poseerde de complete selectie in clubkostuum op een boerenerf in Stokkum. Feyenoord won met 3-2, maar gelukkig hebben we de foto nog.

Intussen fiets ik nog wel naar de thuiswedstrijden, maar een ritje naar Hengelo is voor mij toch echt een brug te ver. Ik heb nooit begrepen waarom een Enschedese voetbalclub zonodig een trainingscomplex bij de buren moest hebben. Oké, als de kwaliteit tiptop was en van alle comfort voorzien, dan zou ik het kunnen vatten, maar ik lees nu dat de faciliteiten ‘topsportonwaardig’ zijn en de kleedkamers ‘ronduit verschrikkelijk’. Nu hoeven we geen medelijden met profvoetballers te hebben, maar ze moeten hun werk natuurlijk wel onder behoorlijke omstandigheden kunnen doen. De oplossing lijkt me simpel: de velden op Het Diekman liggen er nog, bouw er een fatsoenlijk complexje bij en FC Twente is na 55 jaar weer terug bij waar het ooit begon. Jonge leu op oale groond.

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.