Alaaf!

De vierdelige documentaireserie ‘Een porseleinen huwelijk’ toont eens te meer aan dat ons koningshuis zich onaantastbaar waant. Het was ontluisterend te zien hoe een hermelijnvlooi in de top van het Openbaar Ministerie met één pennestreek de aangifte tegen de oorlogsmisdadiger, die de schoonvader van onze koning zou worden, van tafel veegde en daarmee meteen ook de vervolging van een andere boef, de heer D. Bouterse, ongedaan maakte. Het was het zoveelste voorbeeld van de royale dikkevingerdynastie, die is begonnen bij Prins Bernhard met zijn corrupte strapatsen en buitenechtelijke uitstapjes, waarvan een institutionele crisis (Lockheed) en tenminste twee stiefdochters (Alexia Grinda en Alicia de Bielefeld) de zichtbare gevolgen zijn. Veel van zijn erfgenamen hebben het stokje moeiteloos overgenomen, onder wie zijn naamgenoot die als huisjesmelker zijn huurders een poot uitdraait en met het daarmee verdiende vermogen allerlei dubieuze praktijken bekostigt, waaronder een milieuverwoestend autocircuit in de duinen van Zandvoort. Dat de Oranjes graag een beetje tempo maken, bleek ook enkele jaren geleden, toen een andere prins (getrouwd en vader van twee kinderen) zich tijdens zijn wintersportvakantie buiten de piste waagde en we allemaal heel verdrietig moesten zijn toen hij aan de gevolgen van zijn zelfoverschatting overleed.

Een andere hoogwaardigheidsbekleder, die ons dezer dagen buikpijn bezorgt, is Prins Carnaval. Zijn feestje, dat vooral bestaat uit eindeloos zuipen, onverklaarbaar bewegen en katholiek vreemdgaan, met de biecht als alibi, het worstenbroodje als ouwel en de heeroom als getuige, komt ook dit jaar weer in de knel vanwege het coronavirus, dat ons immers tot anderhalve meter afstandhouden verplicht. De burgemeesters in de polonaiseprovincies zijn al in een concilie bijeen geweest en voorlopig lijkt het licht op groen te zullen springen. Het is een farizeïsch compromis met de duivel, waarmee ze op de ruimbemeten vluchtstrook van hun schijnheilige gewetens reeds vele eeuwen ervaring hebben opgedaan. Dat ze daarmee net zo’n dikke vinger geven aan de zorg als ons koningshuis jegens zijn onderdanen, nemen ze kennelijk op de koop toe. Ik stel daarom voor dat we Brabant en Limburg aan België verkopen. Inclusief statiegeld, banbliksems en aflaten moet dat een behoorlijk bedrag opleveren en daarvan kunnen we het loon betalen van Hubert Bruls, die we niet alleen gouverneur maken, maar ook ridder in de orde van de Bossche Bol. Geert Wilders krijgen ze er gratis bij, zijn we daar ook netjes vanaf. Alaaf!

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.