Bocht 7

In 1976 was Joop Zoetemelk de eerste Nederlander die de etappe naar l’Alpe d’Huez won. Daarna gingen Hennie Kuiper (2x), Peter Winnen (2x) en Steven Rooks als winnaars over de meet, totdat Gert-Jan Theunisse, de fietsende apotheek, in 1989 het licht uitdeed. Het is dus alweer ruim dertig jaar geleden dat de Nederlandse pastoor in het Franse bergdorp de klokken liet luiden, zoals een hardnekkige overlevering wil. Niettemin denken veel landgenoten nog steeds dat het ‘hun’ c.q. ‘onze’ berg is en dat wordt elk jaar met veel hoempapa en tralala gevierd alsof het een combinatie van Carnaval, Elfstedentocht en Koningsdag is. Deze evenementen maken elk afzonderlijk al veel onnuttige aandriften in de fuifnummers en feestneuzen onder ons wakker, in gezamenlijkheid gevierd vormen ze een ernstige bedreiging voor de mentale volksgezondheid. Met de ons kenmerkende lompheid wordt Bocht 7 botweg geconfisqueerd als zijnde een Hollandse enclave, waar oranje de huiskleur en de zachte G de tongval is. (Ik schrijf dit met enige schroom, want ik heb schoonfamilie in Winssen (G) en Roggel (L) en mijn vrouw kan het ook niet helpen dat ik dit soort rare stukjes schrijf.) Bijgaande foto vertelt wel zo’n beetje het hele verhaal. Laat ik het zo zeggen: als ik hun werkgever was, dan hadden deze twee lullo’s bij terugkomst veel uit te leggen.

Bocht 7

Wat is dat toch met onze volksaard dat we de beleving van sport als alibi gebruiken om collectief de beest uit te hangen? We zien het niet alleen in de ijle lucht op de Alpen, het heerst ook dichter bij huis. Zo heeft de Vierdaagse van Nijmegen zich in de loop der jaren ontwikkeld van een stevige militaire oefenmars tot een bont spektakel van platte jolijt en boertige leut, zowel bij de deelnemers als bij de omstanders. De massala intocht op de Via Gladiola leidt tot soppende taferelen, waarbij we niet vreemd moeten opkijken als Fons de Poel pardoes transformeert in de miraculeuze wederopstanding van Willibrord Frequin, die meestal toch al Lazarus was, want met paapsen onder elkaar zijn de wonderen de wereld nog niet uit. Aldus maken we overal een groot feest van, ook als we er helemaal niets van bakken. Zo waren de supportersmarsen voor de wedstrijden van het Nederlandse damesvoetbalteam op het EK vele keren indrukwekkender dan wat er op het veld gepresteerd werd. Dat leek namelijk helemaal nergens op en rechtvaardigde in geen enkel opzicht de collectieve en veel te gemakkelijke karaktermoord van de vrouwen op hun bondscoach. Misschien hadden ze beter zelf mee kunnen lopen. Of in Bocht 7 gaan staan. Dan hadden ze weliswaar ook geen bal geraakt, maar het verschil was niemand opgevallen.

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.