Mannschaft

Slecht nieuws: de Duitse voetbalbond heeft besloten om de titel ‘Die Mannschaft’ niet meer te gebruiken omdat veel landgenoten de term te arrogant vinden en niet respectvol tegenover andere teams. Ik ben daar zeer op tegen en heb daar elf goede redenen voor, te beginnen bij nummer elf: Rudi Völler. Hij werd als bondscoach legendarisch door een woedend interview à la Giovanni Trappatoni (‘Ich habe fertig!’) met Waldemar Hartmann op 6 september 2003 na een 0-0 gelijkspel op IJsland. Een citaat: ‘Jij zit hier, lekker ontspannen op je stoel, met drie Weizenbier achter de kiezen!’ De ARD-journalist gaat in zee met een bierbrouwerij. Elk jaar, op 6 september, stuurt hij Völler daarom een bericht. ‘Herzlichen Dank, Rudi.’

Nummer tien is Lothar Matthäus, de enige voetballer ter wereld die omhoog kan vallen en de Schwalbe een lelijk gezicht heeft gegeven. Nummer negen is Toni Schumacher, die op het WK van 1982 de Fransman Patrick Battiston onderuit schopte en vervolgens onbewogen bleef toekijken hoe zijn slachtoffer werd weggedragen. Scheidsrechter was de Nederlander Charles Corver, die de grootste fout in zijn carrière maakte door de Duitse beul zelfs geen geel te geven. Nummer acht is Jürgen Klinnsmann, die in zijn periode bij Tottenham Hotspur ‘The Diver’ werd genoemd en ten onrechte als sympathieke Duitser bekend staat. Nummer zeven is Olaf Thon, wel sympathiek omdat Ronald Koeman in 1988 zijn shirt in de bilspleet nam. Nummer zes is Jürgen Kohler, de voorschopper die Marco van Basten moest laten scoren in die bevrijdende halve finale van Hamburg.

Nummer vijf is Uwe Seeler, zijn achterwaartse kopbal op het WK van 1970 verraste zelfs Gordon Banks van Engeland, destijds ‘s werelds beste keeper. Nummer vier is Gerd Müller, Bomber der Nation, maar hij had wel het geluk dat Nederland tijdens de WK-finale van 1974 een bijziende clown in het doel had staan (met Jan van Beveren tussen de palen waren we twee keer wereldkampioen geworden). Nummer drie is Franz Beckenbauer, oftewel Der Kaiser. Arroganter worden ze niet meer gemaakt, veel beter trouwens ook niet (en hij scoorde ook veelvuldig uit menig buitenechtelijk een-tweetje tussen de lakens). Nummer twee is Sebastian Schweinsteiger, qua achternaam de aller-, allerverschrikkelijkste, en in de combi Basti-Fantasti real time horror (ook heel erg: Schweinie). Schijn bedriegt, want Schweinsteiger is tegenwoordig één van de leukste en beste analisten op de Duitse TV. En de absolute nummer één is Das Wembley Tor, de 3-2 van Geoff Hurst in de WK-finale van 1966. Er moest een Russische grensrechter met een enorme snor aan te pas komen om het doelpunt geldig te verklaren. Het zal intussen zo’n duizend keer op de Duitse tv herhaald zijn en ik kan het nu wel verklappen: die bal is nooit over de lijn geweest. Die Mannschaft werd onterecht Vize-Weltmeister.

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.