Hongarije

Hongarije had ooit het sterkte voetbalteam ter wereld. Het won in 1952 goud in Helsinki, versloeg een jaar later als eerste Engeland op eigen bodem en was de grote favoriet voor het WK van 1954, toen het in de finale van Duitsland verloor (‘Das Wunder von Bern’). De bijnaam ‘Magische Magyaren’ was te danken aan spelers als Ferenc Puskas, die met 84 interlandgoals nog altijd de nationale topscorer aller tijden is. Intussen is het land teruggezakt naar plaats 37 op de wereldranglijst, maar ook in moreel en politiek opzicht behoort Hongarije tot de achterhoede. Staatshoofd Victor Orbán is persoonlijk verantwoordelijk voor een democratische erosie van ongekende omvang: zeer beperkte vrijheid van meningsuiting, geïntimideerde rechters, geen eerlijke verkiezingen en aangemoedigde discriminatie van gekleurde mensen.

Ricardo Moniz is een Nederlandse voetbaltrainer die al een paar jaar actief is in het Hongaarse profvoetbal. Hij stapte onlangs van het veld en zijn spelers gingen met hem mee toen een van hun donkere teamgenoten door het publiek werd onthaald op oerwoudgeluiden. Hij kreeg een maand schorsing van de Hongaarse voetbalbond en gaat uiteraard tegen die lachwekkende sanctie in beroep, maar het voorval en de straf zijn kenmerkend voor de laffe houding van de voetbalwereld tegen discriminatie van minderheden. In 2019 was Moniz trainer van Excelsior, toen zijn speler Ahmad Mendes Moreira wegliep na geconfronteerd te zijn met aap-imitaties. De opgespoorde daders zijn strafrechtelijk nooit vervolgd en hun beperkte stadionverbod viel niet onder de noemer ‘racisme’, maar was er voor de tuchtcommissie een in de categorie ‘wangedrag’. Leg dat maar eens uit aan zo’n knoflookgassende goulash-zigeuner.

We kunnen dus wel de mond vol hebben van Hongarije, en daar is inderdaad heel veel mis, maar intussen zijn we dan toch weer ineens dat irritante kleine landje dat iedereen de maat neemt behalve zichzelf. Nergens anders ter wereld wordt het woord ‘respect’ met zo weinig respect gebruikt. En als we het echt niet meer weten richten we een task force in met aan het hoofd Humberto Tan en voor de vorm Ruud Gullit, net zoals we Edgar Davids haastig hebben toegevoegd aan de staf van het Nederlands elftal. Maar zodra een simpel manifest als de regenboogband stuk loopt op persoonlijke minachting (Tadic) en openlijke homohaat (Kökcü) trekken we onze keutel in, stiekem hopend dat het vanzelf overwaait en lastige journalisten ergens anders over beginnen, want hé, we gaan naar Qatar en we nemen onze koning mee. Dit is het land van Claudia de Breij. Veel meer zit er niet in.

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.