Gezinshereniging

Voor veel mensen is de Kerstaflevering van All You Need Is Love het hoogtepunt van het jaar. Ook deze keer was het opnieuw een komen en gaan van mensen die elkaar na lange tijd weer in de armen konden vallen. Het moment waarop Robert ten Brink zijn bronstwekkende kijkcijferzuurstok uit de broek tovert begint de sneeuw spontaan te smelten en wordt er in menig huiskamer een traantje weggepinkt. Even afgezien van het feit dat ik iedereen het beste gun, en niemands feestje wil bederven: dit staat natuurlijk wel haaks op de onmenselijke behandeling van asielzoekers die we met een ambtelijke term onderwerpen aan ‘vertragende maatregelen in de gezinshereniging’. Deze electorale inlikformule (keihard aanpakken!) kan niet verhullen dat hierachter groot menselijk leed schuil gaat. Hoezo gelukszoekers? Ik ken iemand die les geeft aan kinderen aan vluchtelingen. Zij heeft leerlingen in de klas die zelf op zo’n gammel bootje hebben gezeten en met eigen ogen hebben gezien hoe baby’s op volle zee overboord gegooid werden om ze veel ellende te besparen. Voor hen was gezinshereniging allang een gepasseerd station voordat ze aan hun wanhopige vlucht begonnen die hen van de ene hel naar de andere zou brengen.

Het merkwaardige verlangen om de medemens de hel op aarde te bezorgen, lijkt me ook de reden waarom we het kennelijk normaal zijn gaan vinden om elkaar tijdens Oud&Nieuw met vuurwerk te bestoken. Ik zag op het nieuws een oogarts de wanhoop nabij zijn: we zijn qua letsel weer terug op het niveau van voor corona. We hebben ons twee jaar moeten inhouden, maar ondanks alle financiële ellende in de samenleving ging er toch weer voor talloze miljoenen aan milieuverwoestende rotzooi de lucht in. En kom me nu niet aan met het miserabele misverstand dat vuurwerk nu eenmaal een traditie is, zoals onze Minister van Justitie in al haar excellente onnozelheid meende te moeten opmerken: het is gewoon, niet meer en niet minder, de opgestoken middelvinger (zolang we die nog hébben tenminste) van de ‘moet kunnen’-mentaliteit die in onze totaal doorgefokte tokkiewappiemaatschappij de overhand heeft gekregen. We trekken ons niets meer aan van gebod noch verbod, sterker nog: als iets niet mag, dan doen we het juist lekker toch. Wat dat betreft is ons korte lontje even symbolisch als alleszeggend voor de snel ontvlambare staat van het hoogste brandalarm waarin we zijn komen te verkeren.

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.