Zorg

Een paar weken geleden stond er een overlijdensadvertentie in de NRC, die mijn aandacht trok vanwege het aantal condolerende instanties. De man was een bestuurder in de zorg en kennelijk een algemeen erkende autoriteit op zijn vakgebied. Maar liefst 31 (!) organisaties gaven kennis van hun medeleven, waaronder alle zeven academische ziekenhuizen die Nederland telt. Voor de rest was het een waslijst aan stichtingen, instellingen, belangengroeperingen, genootschappen en wat er allemaal nog meer aan zorg doet. Op zich is het een verheugend en tot op zekere hoogte ook geruststellend idee dat zoveel mensen medische hulp bieden voor de medemens die dat nodig heeft. Maar er schuilt ook het gevaar in dat er in dat aanbod van diensten een bepaalde vorm van overlap ontstaat, waardoor verschillende mensen dezelfde dingen gaan doen, of andere zaken juist over het hoofd gezien worden, met alle gevolgen van dien.

De Groene Amsterdammer schreef het verhaal op van de zevenjarige Sven, die lijdt aan een zeldzame combinatie van twee genetische afwijkingen en een hartaandoening, en daarnaast ook nog een verstandelijke beperking, autimse, ADHD en een hechtingsstoornis heeft. Zijn moeder heeft samen met medisch specialisten en onderwijzers van zijn school een rapport van zeventig pagina’s opgesteld voor een aanvraag van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), dat is ingevoerd om de hulpvraag ‘persoonlijker’ te maken (lees: dichter bij de mensen te brengen die hulp nodig hebben). Hierbij gaat het om de verdeling van 27 miljard euro per jaar, pakweg een vijfde deel van de totale rijksuitgaven voor zorg en welzijn. Je zou dus denken dat er met dat gigantische budget mooie dingen worden gedaan, maar in werkelijkheid is het een bureaucratisch labyrinth van protocollen, procedures en problemen.

Enfin, u raadt het al: de aanvraag van Sven wordt afgewezen. Er is niemand van het CIZ langs geweest, er was geen contact met zijn artsen en de diagnoses ADHD en autisme zijn ‘niet te volgen’. De moeder dient een klacht in tegen de medisch adviseur van het CIZ en (wonderen bestaan nog) ze krijgt hem persoonlijk aan de telefoon. Dan valt het kwartje en plotseling zou er nu wel een positief besluit uitrollen, maar dan moet ze wel eerst een nieuw verzoek indienen, want opnieuw naar het oorspronkelijke medisch advies kijken is ‘helaas niet mogelijk’. Anderhalf jaar later volgt het verlossende bericht: Sven heeft op alle gebieden medische hulp nodig – en (jawel) krijgt die ook. Met de medisch adviseur gaat het CIZ het dossier bespreken om ‘er leerpunten uit te halen’. Dit verhaal is slechts één van de vele honderden voorbeelden van hoe het mis kan gaan als veel te veel overbetaalde managers hun kostbare tijd verdoen aan netwerken, confereren en de aangeklede borrel bij het zoveelste deftige seminar. Nederland is ernstig ziek en daar worden de verkeerde mensen beter van. De patiënt is slechts het lijdend voorwerp.

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.