Bevrijdingsdag

Uit een onderzoek onder vijftig gemeenten blijkt dat driekwart 5 mei dit jaar aanwijst als gewone werkdag. In 2021 liet onze regering nog weten dat de jaarlijkse viering van 5 mei ‘heel dichtbij’ was, maar nog geen twee jaar later is ook die belofte alweer verbroken. En het kan volgens mij geen toeval zijn dat deze betreurenswaardige vergissing samen valt met de treurige reeks van recente incidenten waarbij een groot gebrek aan elementaire kennis van onze vaderlandse geschiedenis een belangrijke rol speelt. De obscene teksten op de Erasmusbrug in Rotterdam, het Anne Frankhuis in Amsterdam en het UWV-kantoor in Venlo zijn primitieve rooksignalen uit een bodemloze bron van xenofobie en jodenhaat. Holocaust, slavernij en kolonialisatie: het zijn vage begrippen uit een ver verleden geworden en steeds mysterieuzere, bijna-relikwieën nu de laatste getuigen langzaam uitsterven en zij samen met hun nabestaanden hooguit domme doofheid en een dikke middelvinger krijgen als antwoord op hun terechte schreeuw om bezonnen aandacht. En het past perfect in dat beeld dat onze joviale minister-president als een schaapachtig schaterende cliniclown een bezoek brengt aan een land in oorlog. De man is nota bene historicus. Je zag die gasten denken: met zo’n halvegare vriend hebben we geen serieuze vijanden nodig.

‘Voor anti-semitisme is in Nederland geen plaats!’ roept Rutte ferm. Dat is er dus wél en daar moet hij wat aan doen in plaats van vrolijk lachend dappere praatjes te verkopen. Het begint allemaal op school, en dan helpt het niet dat de politiek de laatste decennia alleen maar heeft bezuinigd op het onderwijs in het algemeen en op de geschiedenislessen in het bijzonder. Sterker nog: het vak geschiedenis is zo goed als afgeschaft sinds het Platform Onderwijs 2032 – een van de ontelbare task forces die de ongestoorde voortgang van ons land in eerste instantie bedreigen en op lange termijn verwoesten – in 2016 de volgende oekaze uitzond: ‘De grote uitdagingen waarmee de huidige en toekomstige generaties te maken krijgen, laten zich niet ‘opsluiten’ in aparte vakken. De nadruk moet minder op het verkrijgen van encyclopedische kennis komen te liggen. Om een historisch, geografisch en natuurwetenschappelijk wereldbeeld te ontwikkelen, hoeven leerlingen niet alle feiten precies te kennen.’

Niet alle feiten precies kennen: het resultaat van deze tactiek der verschroeide aarde konden we onlangs zien bij De Slimste Mens, waar onthutsend veel kandidaten de antwoorden op de meest eenvoudige vragen van historische aard schuldig moesten blijven. Dat is een tv-spelletje en als zodanig redelijk onschadelijk, maar het wordt vervelender – en vooral: kwalijker – als kwaadwillende pestkoppen speculeren op de bewezen onwetendheid van hun goedgelovige doelgroep. Erkende belletjestrekkers als Thierry Baudet en Wybren van Haga, gediplomeerde rattenvangers subtiel verkleed als geachte afgevaardigden, maar in werkelijkheid geheime agenten in haat, apathie en rancune, benaderen hun slachtoffers met de zorgvuldigheid van een fragmentatiebom: hoe ze ook richten, ze raken altijd wel iemand met de bedoeling dat die dan weer reageert. Dan hebben ze hun doel bereikt, met hatemails op de socials en exposure in de talkshows. Het is het bekende verhaal van de bok op de haverkist, de reflexen van Pavlov en de automatismen van Watson. Actie reactie. En juist daarom is het misschien zo gek nog niet wat ik pas geleden ergens las: ‘Als iedereen zijn schouders ophaalt is het snel klaar.’ Dat kán inderdaad ook een oplossing zijn, en dan is een vrije 5 mei een mooie dag om daarover in alle vrijheid na te denken.

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.