Ruttificatie

Wat me nog het meest verbaast bij die rel rond Studio Sport, is het gebrek aan geheugen bij veel betrokkenen. Of eigenlijk verbaast het me ook weer niet, want we hebben de afgelopen dertien jaar per slot van rekening een premier gehad die van haperende herinneringen zijn businessmodel heeft gemaakt. Je zou dus kunnen zeggen dat hij daarmee het voorbeeld heeft gegeven van hoe je kunt wegkomen van allerlei beschuldigingen. Veel vergeten, geen geweten. Gewoon glashard beweren dat je er geen ‘actieve herinnering’ aan hebt, daarbij er bewust op speculerend dat een ‘passieve herinnering’ dan wel meer of minder erg zal zijn, en je kunt weer vrolijk verder ‘om de noodzakelijke continuïteit niet in de weg te staan’. Nu zou dat nog tot daar aan toe zijn als er geen mensenlevens mee gemoeid waren, maar in zijn geval gaat het om duizenden gezinnen in het toeslagenschandaal, honderden slachtoffers van de Groningse gaswinning en, vooral niet te vergeten, zeventig burgerdoden na een vergisbombardement door Nederlandse F-16’s in het Iraakse Hajiwa (2015). Deze algehele en verregaande Ruttificatie heeft ook de medewerkers van Studio Sport geïnfecteerd, die een kwalijke rol hebben gespeeld in de affaire van de grensoverschrijdende gedragingen.

Mart Smeets nam de uitgestoken hand van een nieuwe medewerkster aan, keek naar de vele collega’s om zich heen en vroeg zich hardop af: ‘Wat moeten we hiermee?’ Nu zegt hij zich het voorval niet meer te kunnen herinneren: ‘Ik kan me nauwelijks indenken dat ik die tekst heb losgelaten. Niets voor mij, ik houd van manieren, maar ik ben veel herinneringen kwijt van het verleden.’ Laten we er maar niet omheen draaien zoals hij dat doet: Smeets liegt, keihard. Mag ik dat zo zeggen? Ja, dat mag ik zo zeggen, en dat begrijpt zelfs een simpele ziel als Mevrouw van Zetten uit Tiel, die door Zijne Doorluchtige Heerlijkheid altijd als zijn denkbeeldige referentie werd opgevoerd. En als doorzichtig alibi voor zijn olympische status als onaantastbaar opperwezen. Net als die andere epische godenzoon Jack van Gelder (‘Het kan zijn dat ik haar een hoer heb genoemd, of een kut’ – hóe dan: kan zijn?) gevallen in hun eigen zwaard van hopeloze zelfzwelging, randstedelijke kapsones, grenzeloos narcisme en exclusieve privileges. Mart Smeets kreeg in 2016 twee tickets in de businessclass cadeau om samen met zijn vrouw naar Rio de Janeiro te vliegen voor zijn laatste olympische basketbaltoernooi. Jack van Gelder mocht als een vochtige missionaris onbestraft Wesley Sneijder en Rafael van der Vaart bij zich op schoot bepotelen en een doelpunt van Dennis Bergkamp met een publiek orgasme bekreunen.

Ze waanden zich Ruttiaans onaantastbaar in de private koninkrijkjes waar ze hun verheven gang konden gaan en onbespied door lastige superieuren en hinderlijke persmuskieten hun giftige darmgassen ongestoord konden ventileren als hemelse wierook. Ze zijn tegen een lamp gelopen die hen al die jaren het zicht op hun eigen wangedrag ontnam. Maar pas echt sneu is de val van Tom Egbers, die in een vlaag van bronstige geilheid zijn eigen vrouw in een tomeloze afgrond meesleurt. Zij was nota bene de patrones van het #MeToo-loket in de tv-, film- en theatersector en het werd nog meer een klef familieding toen ze hun dochter (!) een brief aan de hoofdredactie van Studio Sport lieten schrijven, want ‘papa had het al zo zwaar’ omdat hij volgens zijn werkgever ‘nogal moeite heeft met mooie vrouwen’. Aldus wrijven ze in een vlek die daardoor niet weggaat, maar alleen maar groter wordt en kwalijker gaat stinken. Het enige dat vóór hem pleit is dat hij zich niet vals beroept op gaten in zijn geheugen of scheuren in zijn geweten. Hij zou een bijzonder slechte minister-president zijn.

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.