Geweten

Joost van Iersel, geboren te Tilburg in 1940, was tussen 1979 en 1994 met enkele tussenpozen lid van de Tweede Kamer voor het CDA. Van deze rasechte Kruikenzeiker is de legendarische uitspraak over de macht van zijn partij: ‘We rule this country’. Dat was in de nadagen van het rijke Roomsche leven, toen de misdienaar en de koorknaap met hun zalig uiteinde onder de rokken van de heeroom nog volop aan hun trekken kwamen, met de biecht als sacrament van alibi en aflaat uit voorraad leverbaar. De pij van de pater stond wapperend symbool voor de verregaande openheid van het katholieke volksdeel, dat zich lebberend laafde aan de profetische woorden die KVP-politicus Piet Steenkamp in 1978 met Joop van Tijn in Vrij Nederland deelde: ‘Het eigen geweten is bij ons katholieken niet voldoende ontwikkeld.’ Niet voor niets was diezelfde Steenkamp twee jaar later de oprichter van het Christen-Democratisch Appèl, kortweg het CDA geheten. Zijn private oogappel Dries van Agt fungeerde, geplaagd door een willekeurig opspelende vlaag van flatulentie, als wereldvreemde überpaap devoot pendelend tussen sapristi en sacristie in het seculiere vagevuur van abortusklinieken, kapingen en ex-SS’ers, waarbij hij er aanvankelijk nog van uit ging dat ‘De Drie van Breda’ de naam was van een meerdaagse wielerronde op de flanken van de Baronie.

De rest is geschiedenis, net zoals de partij intussen bijna een voetnoot in de parlementaire historie is geworden, tot intens genoegen van eenieder die van het geloof in de medemens in het algemeen en confessionelen in het bijzonder louter teleurstelling, tragiek en tegenslag heeft ervaren. Zo zei Hans Gruijters, mede-oprichter van D66, altijd zijn vingers na te tellen als hij een christen-democraat de hand had geschud. Intussen is dit gevoel nagenoeg geheel wederzijds, maar Wopke Hoekstra is in de loop der jaren als partijleider qua statuur, relevantie en charisma verschrompeld tot een pygmeeënmissionaris, die citroenen en knollen in hetzelfde mandje uitvent als ware het de boodschap dat peniskoker bij de Papoea’s in Nieuw-Guinea een beroepsmatige functie was om in het levensonderhoud van de stammen te kunnen voorzien. Ja, sommigen verkeren nog steeds in de veronderstelling dat je de armen met zure miswijn en een bedorven ouwel zoet dan wel dom kunt houden, zoals het de kapelaan en de pastoor gedurende vele generaties is gelukt.

En toch hebben nog niet alle CDA’ers de moed der wanhoop verloren. Eén van hen is oud-politie-agent Rendert Algra uit Sneek, die in het regionale bedrijfsleven actief was als uitbater van kunstkoeien, waarvan tientallen exemplaren figureerden als natuurgetrouwe decorstukken in het RTL-programma ‘Ik hou van Holland’. Later zou hij lokaal en landelijk opzien baren met de verhuur à honderd euro van polyester nepagenten inclusief lasergun. Niettemin kreeg hij bij de Tweede Kamer-verkiezingen in 2006 als nummer 54 ondanks het montere motto ‘Kies een Fries’ onvoldoende voorkeurstemmen, waarna hij als onverschrokken avonturier in de traditie van vrijheidsstrijder Grutte Pier zijn heil zocht in de Gedeputeerde Staten, tot hij vorige maand daar zijn plekje kwijt raakte aan een agrarische stikstofridder van de BBB. Geen probleem, met zijn ervaring is hij meer dan bereid om die zetel in te nemen, ook al moet hij daarvoor zijn CDA-lidmaatschap opzeggen: ‘Dat is voor mij geen obstakel’. Waarmee maar weer eens bewezen is dat niet alleen bij katholieke, maar ook bij protestantse politici het eigen geweten niet voldoende ontwikkeld is. Over het geweten van anderen daarentegen hebben ze doorgaans wel hun oordeel klaar. (Hebreeën 13:18)


Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.