Deserteur

Jeremie Agyekum Frimpong, geboren in Amsterdam op 10 december 2000, is een Nederlands-Ghanese voetballer die als rechtervleugelverdediger bij Bayer Leverkusen in de Bundesliga speelt. Hoewel hij geen Nederlands spreekt, wat door de toenmalige bondscoach Louis van Gaal als een nadeel werd ervaren, werd hij wel geselecteerd voor het WK in Qatar, waar hij vervolgens niet aan spelen toekwam. Intussen is hij in de Duitse topcompetitie wekelijks weer één van de betere spelers, maar hij weigerde om mee te doen met Jong Oranje op het EK in Georgië en Roemenië. Nu kunnen we daar van alles van vinden, vooral dat het qua carrièreplanning misschien niet buitengewoon handig is, bijvoorbeeld, maar het is zijn beslissing. Niettemin voelde de nieuwe bondscoach Ronald Koeman zich uiteraard geroepen om zijn mening te geven: ‘Of het gevolgen heeft voor later weet ik niet, maar ik vind dit niet oké. Als een speler denkt dat hij dat niveau is ontstegen, denk ik dat je de verkeerde beslissing neemt.’ Tussen de regels door was de boodschap duidelijk, spekkie naar het bekkie voor de populistische doelgroep: ‘Die komt er bij niet meer in.’ Er zijn mensen die voor minder naar een leidinggevende functie bij de vreemdelingenpolitie gepromoveerd leken te worden.

Nu las ik ergens dat Frimpong hierdoor zomaar voor Engeland of Ghana zou kunnen kiezen, waarbij Hakim Ziyech als afschrikwekkend voorbeeld werd genoemd. Geen paniek, in dat geval kunnen we de alarmbellen uitschakelen. Als dat immers alles is wat ons uit die hoek nog te wachten staat, zie ook diens ridicule vrijage met witgoedcrimineel Quincy Promes, dan moeten we daar misschien maar niet al te lang wakker van liggen. Nederland is zonder Jeremie Frimpong niet meteen reddeloos verloren. Net zoals we ook prima zonder Gerard Joling zouden kunnen, om maar eens een niet geheel willekeurig gekozen voorbeeld te noemen. Sterker nog: we zouden het misschien zelfs eens een poosje moeten proberen. Gewoon, omdat het kan. Het lijkt me helemaal geweldig. No More Boleros. Heel anders is het wat mij betreft gesteld met Ronald Koeman in het algemeen en diens reactie in het bijzonder. Als er iemand is die ‘denkt dat hij het niveau ontstegen is’ dan is hij het wel. De man was nauwelijks twee jaar bondscoach van het Nederlands Elftal, toen hij in 2020 zijn hielen lichtte en als een dief in de nacht naar Barcelona vluchtte. Natuurlijk, er stond een clausule in zijn contract, maar hij had zich ook kunnen schikken naar de historische vuistregel van de legendarische Feyenoord-voorzitter Cor Kieboom (1901-1982): ‘Waar staat geschreven dat ik consequent moet zijn?’

Ronald Koeman misdroeg zich als Soldaat van Oranje met openlijke desertie, weliswaar niet in oorlogstijd, maar iedereen weet wat daarvoor de geëigende straf is. Dat het bij Barcelona voor hem en zijn megalomane ego op een faliekant mislukte comeback uitdraaide, kunnen we nog als een teken van de voorzienigheid beschouwen. Hij maakte het er ook wel naar, met vijf verdedigers en armzalig betonvoetbal, en de supporters die hun geliefde ‘Sneeuwvlokje’ in 1992 nog onsterfelijk hadden verklaard na zijn winnende goal in de Europa Cup-finale tegen Sampdoria, kwamen witte zakdoekjes te kort om hun ongenoegen te tonen. Maar dat de KNVB hem met al z’n mooie praatjes als een verloren zoon gewoon weer in de armen sloot alsof er niets gebeurd was is een belediging voor het voetbal. Bovendien is het spel onder zijn leiding niet om aan te zien, zoals hij zelf ook toegaf na de wedstrijd tegen Italië: ‘Ik schaam me over de eerste helft. Dit is een grote stap terug en daar ga ik rustig over nadenken.’ Dat schamen is prima, en volkomen terecht en wederzijds bovendien, maar dat nadenken moet hij aan ons overlaten. No More Boleros.


Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.