Had-je-me-maar

Om nou te zeggen dat het allemaal bijzonder lekker loopt in Den Haag, dat zou overdreven zijn. Zo konden we lezen dat het herstel van de toeslagenschade zo’n achthonderd miljoen euro duurder uitvalt dan verwacht en uiteindelijk al met al waarschijnlijk tegen de acht miljard euro zal kosten. Dus eerst laten we de racistische bloedhonden van de belastingdienst duizenden mensen etnisch profileren en genadeloos knechten met onterechte schadeclaims, en als die aanpak onbedoeld uitkomt zijn we ook niet in staat om het fatsoenlijk af te handelen. Het past qua verspilling van tijd, geld en moeite wel in het beeld van de totaal mislukte formatie, die onder leiding van die opgewekte doodbidder nog het meeste weg had van de (v)echtscheiding tussen Dirk en Anneke bij Married At First Sight. Met zijn opvolger halen we volgens het persbericht een hoogleraar ‘Brede Welvaart’ in huis en het kan aan mij liggen, maar dat betekent dat we dus kennelijk ook smalle, althans minder brede welvaart hebben, sterker nog: volgens mij hebben we er daar zelfs meer van in Nederland.

Maar gelukkig zijn er nog voldoende Kamerleden om ons met ferme speeches en stevige betogen wakker te houden. Neem nou zo’n Gideon van Meijeren, de dappere frontsoldaat van Thierry Baudet in de strijd tegen het kartel. Een stem als een kaasrasp, een kapsel als een bloempot en een monotoon betoog vol warrige wappieteksten en complexe complottheorieën. En dan als een lamme Minerva-uil kansloos afgefakkeld worden door de nieuwe minister Pia Dijkstra (‘Zoveel onzin kan ik niet serieus nemen’), de vervangster van Ernst Kuipers op het departement van Velden of Wegen, niet te verwarren met Hugo de Jonge van Toeten noch Blazen. Dat kan nog leuk worden als die andere mafkees van het Forum, Pepijn van Houwelingen, zich met de corona-enquête gaat bemoeien. Ik las laatst ergens dat deze stokebrand uit mijn woonplaats Enschede komt en zelfs op dezelfde middelbare school (het Jacobus College) heeft gezeten. Mijn diploma is van jaargang 1972, dat van hem stamt uit 1998 en wat er gedurende die overbruggende jaren in ons Enschedese water heeft gezeten weet ik niet, maar heel veel soeps kan het in zijn geval niet geweest zijn.

Trouwens, nu we het toch over water hebben, dat was niet de favoriete drank van de man die in 1921 politieke geschiedenis zou schrijven: Cornelis van Gelder, beter bekend als Had-je-me-maar. Vergeet Dion Graus, vergeet Gideon en Pepijn, gekker zou het nooit meer worden dan met deze tragische zonderling, die op het Rembrandtplein in Amsterdam reclame maakte voor de revue Had-je-me-maar van cabaretier Louis Davids, waaraan hij zijn bijnaam verdiende. Vanwege zijn populariteit werd hij door de Veelbelovers, een groep anarchistische bootwerkers, gevraagd om lijsttrekker te worden in hun campagne tegen de stemplicht en het parlementaire stelsel. Het verkiezingsprogramma van wat de Rapaille Partij ging heten kende enkele opmerkelijke hoofdpunten. Zo moest jajem (jenever), waarvan de lijsttrekker een geoefend innemer was, vijf cent gaan kosten. Verder zouden nieuw geplante bomen de lelijke en stinkende urinoirs gaan vervangen en werd het water in het Vondelpark een gratis visvijver. Had-je-me-maar werd bij verstek gekozen in de Gemeenteraad van Amsterdam, want kort daarvoor was hij gearresteerd vanwege openbare dronkenschap en tijdens de verkiezingen zat hij gevangen in Veenhuizen, waar hij werd veroordeeld tot een kuur in een ontwenningskliniek. Een onderdeel van de therapie was dat hij een verklaring zou ondertekenen waarin hij afstand deed van zijn zetel. Zijn politieke carrière was voorbij en in 1931 werd Had-je-me-maar aangereden door een auto toen hij wilde oversteken bij het Leidsebosje, waarna hij aan de gevolgen daarvan enkele dagen later op 75-jarige leeftijd overleed in het Binnengasthuis. Conclusie: je moet altijd zeker weten wie er voorrang heeft, links of rechts, ook als je eigenlijk helemaal niet wilt oversteken. Rapaille zit overal. En ook deze week weer een toepasselijk gedicht, en wel van Hanny Michaelis (1922-2007) uit 'Verzamelde gedichten', 1996.

Als de laatste ballon

Als de laatste ballon
de mist is ingegaan,
het laatste kaartenhuis
in elkaar is gevallen
en de laatste zeepbel
uiteengespat, zal ik komen
met knikkende knieën
in de zekerheid dat ik
niet word afgewezen.


Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.