Kutwijf

Het schaatsen was in Calgary en de NOS had een ploeg van vijf personen afgevaardigd om er in Canada ter plekke live verslag van te doen. Een voor de centrale presentatie, twee voor de verslaggeving van de races en nog eens twee voor de analyses vooraf en achteraf. Geen misverstand: met de parate kennis en prettige overdracht daarvan is bij Ireen Wust en Mark Tuitert helemaal niks mis, integendeel: we hebben het hier wel over twee ervaringsdeskundigen als Olympisch kampioenen zijnde en zolang ze het nog kunnen navertellen moeten we zuinig op ze zijn. Maar dat hele circus had toch ook heel goed, net zo gemakkelijk en veel goedkoper vanuit een studio in Nederland gekund? En het bijhouden van de rondetijden, moet dat per se met z’n tweeën? Veel hoger dan iets in de dertig wordt het doorgaans toch niet, dus zo moeilijk kan dat niet zijn. Nee, ik ga hier niet beweren dat vroeger alles beter was, maar Mart Smeets deed dat allemaal in zijn eentje en dan had hij daarna nog voldoende tijd om een serveerster uit de kantine, een caissière uit de supermarkt of een receptioniste uit de ijshal te scoren. Of een collega zoals Ria Visser met wie hij tussen de lakens in de hotelkamer op routine de binnenbochten nog eens kritisch doornam. Maar verder was hij heel hoffelijk naar vrouwen, zoals hij met droge ogen bezwoer aan Coen Verbraak in dat nu al legendarische interview – behalve met die allochtoonse stageaire bij Studio Sport (‘Wat moeten we hiermee?‘) maar dat was hij vergeten. Dat u dus niet denkt dat we alleen een selectieve minister-president hebben die aan demissionair geheugenverlies lijdt. Of andersom, dat weet hij zelf ook niet meer.

Marijn de Vries, oud-profwielrenster en sportjournalist, schreef vorig jaar een column in de NRC over een collega met wie ze tijdens een Tour de France vervelende ervaringen inzake zijn seksuele escapades had gehad. Hij had een compleet puntenklassement bijgehouden van alle rugnummers met wie hij het in zijn particuliere Avondetappe gedaan had en nog zou doen. Ze noemde geen naam, maar al gauw werd duidelijk dat het om Danny Nelissen moest gaan. (Even voor uw geheugen: dat is de volle neef van fietslegende Jean Nelissen die na zijn dood in 2010 door zijn ‘goede vriend’ Mart Smeets fijntjes werd bijgezet als een onverbeterlijk drankorgel – maar verder was hij heel hoffelijk naar collega’s, vooral als ze dood waren en niets meer terug konden zeggen.) Marijn de Vries werd na haar onthullingen, waarvan het gruwelijke waarheidsgehalte door niemand werd betwijfeld, verguisd door de usual suspects van de vijfde colonne, waarbij de betiteling ‘kutwijf’ nog de meest complimenteuze was. Vooral Johan Derksen, van wie de uiterste houdbaarheidsdatum zo langzamerhand toch echt een keer in zicht komt, toonde zich weer eens van zijn smerigste kant: zij was de bitch en Danny Nelissen het slachtoffer, net als Matthijs van Nieuwkerk en Tom Egbers. Kut, lul, kont, neuken is gezond, en daar moet een piemel in. Het moet voor hem een geweldige schok geweest zijn, maar voor iedereen met gezond verstand een welkome opsteker, dat Marijn de Vries deze week werd bekroond met een vakprijs voor vrouwen in de media. Ik zat niet in die jury en kan niet honderd procent beoordelen of ze goed is in haar metier, vrouwenwielrennen is niet bepaald mijn specialiteit en Roxane Knetemann vind ik ook prima, maar als ik Roxane Knetemann was zou ik nooit meer in één studio met zo’n viespeuk als Johan Derksen willen zitten.


Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.