Diplomatie

Op 2 oktober 2018 bracht Jamal Ahmad Kashoggi, een Saoedie-Arabische journalist en columnist voor The Washington Post, een bezoek aan het consulaat van zijn land in Istanboel. Hij verliet het pand in zes koffers, gemarteld, onthoofd en opgezaagd door de halal keurslagers van een moordcommando in opdracht van de Saoedische kroonprins Mohammed bin-Salman al-Saoed, die vanwege deze bloeddorstige moordpartij binnenkort terecht moet staan voor het Internationaal Gerechtshof in Den Haag. Huh? Nee, gekkie, natuurlijk niet. Saoedie-Arabië is een belangrijke gesprekspartner in het internationale lobbycircuit met een waardevolle portefeuille aan strategisch wisselgeld: olie. De brandstof die ze in hun zandbak vinden is voor de Saoedies het ideale smeermiddel om westerse normen op het gebied van recht, genade en fatsoen aan hun traditionele babouches te lappen. Kashoggi was niet de eerste, en zal ook niet de laatste zijn, die zijn kritiek op het wrede regime als een kansloze kiloknaller met een ellendige dood moest bekopen. Executies zijn er aan de orde van de dag en net zo talrijk als de westerse dollars die met het vergoten bloed van de vele stenigingen en stokslagen het land binnendruppelen.

De sadistische vleeshouwer in Riyhad is niet alleen een belangrijke donateur van Hamas, Taliban en andere terroristische organisaties, maar namens zijn staatsoliebedrijf Saudi Aramco met een gift van ruim 140 duizend dollar ook een gulle gever aan het Oranje Fonds, dat in 2002 werd opgericht als huwelijksgeschenk aan Willem-Alexander en Máxima. De kroonprins kan het zich veroorloven: met een nettowinst van ruim 161 miljard dollar was Saudi Aramco in 2022 het meest winstgevende bedrijf ter wereld. (Ter vergelijking: Shell boekte in datzelfde jaar ruim 40 miljard dollar winst.) Nu matcht de mensenrechtensituatie in Saoedi-Arabië niet echt lekker met het motto van het Oranje Fonds dat samen wil strijden voor ‘een samenleving waar we er voor elkaar wíllen en kúnnen zijn. Want als we er allemaal voor elkaar zijn, staat niemand er alleen voor.’ Even afgezien van het extreem hoge SIRE-poesiealbum-gehalte: dan helpt het niet echt als je sponsors kritische tegenstanders als potentiële dagschotel beschouwen. Ook in de gehaktmolen staat niemand er immers graag alleen voor.

En dus reageerde het Koningshuis ‘geschokt’ op de moord, waarbij met aandoenlijke nadruk werd bezworen dat Lex en Max geen contacten onderhouden met hun Saoedische medemonarchen. Terwijl hij vier jaar eerder op condoléancebezoek ging na de dood van koning Abdullah, één van de 38 (!) zonen van Abdoel Aziz al Saoed, de stichter van het woestijnparadijs, en zij in 2019, krap een jaar na de ceremoniële barbequeficatie van Kashoggi, bij de G20 van Osaka pontificaal poseerde naast de Killer King. Bovendien zou het gaan om een eenmalige donatie, ‘zonder te verwachten wederdienst’, hetgeen gelet op de beruchte, ongeëvenaarde en hermelijntergende krenterigheid van de Erven Lippe-Biesterfeld als een volstrekt overbodige toevoeging mag worden beschouwd. Diplomatie mag best wat kosten, zelfs een ambachtelijk bereide journalistentartaar is als optioneel ruilmiddel nog wel bespreekbaar, als het maar niet ten nadele van ons zuur verdiende statiegeld gaat. Oftewel, in de woorden van het toenmalige VVD-Tweede Kamerlid Sven Koopmans, die via Twitter liet weten ‘respect’ voor Máxima te hebben: ‘De gezant van de Verenigde Naties voor inclusieve financiering durft hier een moeilijk gesprek te voeren over vrouwenrechten met iemand die hier heel ver vanaf staat. Zo hoort dat.’ Zo hoort dat: twee jaar later werd Sven Koopmans bevorderd tot speciaal vertegenwoordiger van de Europese Unie voor het vredesproces in het Midden-Oosten.

Koningin Máxima in gesprek met kroonprins Mohammad bin Salman.

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.