Kogelspin

Het is alsof je Michael van Praag in een zeldzame oprisping van eerlijkheid de bodemloze put van algehele ellende bij Ajax hoort verklaren: D66 heeft in een diepgaand zelfonderzoek de oorzaken blootgelegd voor de nederlaag van 22 november. De uitkomsten zijn even voorspelbaar als herkenbaar: Sigrid Kaag heeft hopeloos gefaald in haar veel te ambitieuze belofte van ‘nieuw leiderschap’, Rob Jetten ging kansloos ten onder als een machteloze minister in een rechtsconservatief kabinet en de partij liet ernstige steken vallen in serieuze MeToo-affaires. Verder was er intern veel kritiek op de toon van het debat, waarbij de volgende kernwoorden vielen: betweterig, belerend, gelijkhebberig, technocratisch, woke, moralistisch, vervreemdend, exclusief, arrogant, elitair. Daarnaast kunnen nog eens twee personen met name genoemd worden inzake hun verwoestende effect op de sympathie van de kiezers: kamerlid Tjeerd de Groot vanwege zijn herhaalde ‘Halveer de veestapel’-slogan in het stikfstofdebat en ex-spindoctor Daan Bovenkamp, intussen weggepromoveerd naar de eeuwige bijvelden van de Twentsche Courant Tubantia, met zijn schandelijke drankroddel over Johan Remkes.

Het is natuurlijk uiterst lovenswaardig en nogal moedig om je eigen zwaktes toe te geven, maar de vraag is wat je daarmee bereikt. Het sombere beeld van een bezemsteel met een fakkel poets je niet zomaar even weg. En dan is er nog het gevaar dat je je als politieke beweging aan een heel ander, maar wel vergelijkbaar podium van volkswoede blootstelt. Zo valt heel goed voor te stellen dat veel mensen de lijn van D66 doortrekken naar het image van Extinction Rebellion, de milieu-hooligans die weinig pogingen ondernemen om te profiteren van de goodwill die hun thema verdient (de zorg voor een beter klimaat) waarbij de prominente, gesponsorde aanwezigheid van Greta Thunberg werkt als een rode lap op het leger van reaguurders. Haar recente arrestatie in Den Haag was koren op de molen van de Twitteraars, die hun woede over het blokkeren van een drukke verkeersader gretig aangrepen om hun afkeer van de Zweedse milieu-activiste in het open riool te kwakken. Het was geen mooi beeld, maar ik ken ook slechts weinig mondiale actievoerders die zo opzichtig niet hun best doen om ook maar een spoortje gloed uit te stralen. Als dat bedoeld is om het gevaar van de opwarming van de aarde te symboliseren, dan zou het tenminste nog enig nut kunnen hebben, maar het effect lijkt eerder omgekeerd: onaangenaam, strontvervelend, bloedirritant en verwend.

Zelfs in de professie van de wetenschap, die qua voorkeuren toch bij uitstek een neutrale discipline zou moeten zijn, is het imago van Greta Thunberg kennelijk nogal gekleurd. Er zijn namelijk wel enkele dieren naar haar genoemd, maar dat zijn niet bepaald aaibare knuffelexemplaren, laat staan pluizigzachte troetelbeertjes. Nee, het werden in 2019 een insect (de kever Nelloptodes gretae), in 2020 een weekdier (de slak Craspedotropis gretathunbergae) en in 2022 een amfibie (de kikker Pristimantis gretathunbergae). Maar het dieptepunt is toch wel de benoeming dit jaar van de kogelspin Rhinocosmetus gretathunbergae, ook wel de zwarte weduwe genoemd, met een beet die in het slechtste geval de dood tot gevolg kan hebben. Het gif van de kogelspin als symbool voor de mascotte van het klimaat: die fatale PR-combinatie laat zich zelfs met het sterkte waterkanon niet wegstralen. Maar voor de ware liefhebbers is er gelukkig nog het 241ste album van de Rode Ridder door Willy Vandersteen, de geestelijke vader van Suske en Wiske. Zo hebben we toch nog goede (jeugd)herinneringen aan de Zwarte Weduwe. En nee, ze heette geen Greta.

De rode ridder

Copyright Peter Bonder.

Kijk ook op www.twentesport.com.