Flamboyant

Een bericht uit De Volkskrant van 15 januari: ‘Het openbaar ministerie heeft een celstraf van achttien maanden (waarvan zes voorwaardelijk) geëist tegen vakantieparkbaas Peter Gillis vanwege onder meer de illegale verhuur van recreatiebungalows’. Tot zover het zakelijke gedeelte. Vervolgens lezen we over ‘de realityster van SBS6’ en ‘de flamboyante ondernemer’ en daar gaat de zelfbenoemde kwaliteitskrant wat mij betreft lelijk de fout in. Want hoezo ‘realityster’? Wat maakt iemand een ‘ster’ als hij het slechte voorbeeld geeft door miljoenen te verdienen over de ruggen van opgelichte vakantiegangers, keihard de fiscus te flessen en daar nog trots op te zijn ook? En wat nou ‘flamboyant’? Omdat hij met een zachte g zijn personeel afblaft, Poolse schoonmakers in schimmelende containers onderbrengt en zijn ‘Nicolleke’ bewusteloos heeft gebeukt? Wat is dat toch voor merkwaardig gedoe met die blinde adoratie voor malafide uitbaters van foute praktijken? De gebroeders Gerrit en Arie van der Valk, de twee Godfathers van het gelijknamige horeca-syndicaat, werden in 1995 opgepakt vanwege grootscheepse fraude met de omzetbelasting, gesjoemel met de boekhouding en het zwart betalen van honderden medewerkers. Nadat ze een miljoenenschikking met justitie hadden getroffen werden ze bij hun voorlopige vrijlating door het thuisfront ontvangen alsof ze de voorzitter en aanvoerder waren van een voetbalclub die zojuist de Europa Cup had gewonnen. Het haalde zelfs het NOS Journaal. Hun schoonzoon Joep van den Nieuwenhuyzen, die aanvankelijk furore maakte als zogenaamde bedrijvendokter door kansloze boedels aan de hoogst biedende sukkels te verkopen, liet een spoor na van schandalen, processen en faillissementen, misbruik van voorkennis en schimmige transacties in de wapenhandel, met als dieptepunt het betalen van steekpenningen aan de Chileense martel- en folter-adviseurs in de ‘Karavaan des Doods’ van dictator Augusto Pinochet. Niettemin is deze suspecte tovenaarsleerling nog altijd een graag geziene gast op de royaal overgoten netwerkparty’s van het semi-criminele inteeltcircuit waar hij zich laat fêteren als een echte captain of industry. En wat te denken van Fritske, het vertederende poedelpseudoniempje waaronder Frits van Eerd, ex-topman van Jumbo, de hoofdpersoon is in een Brabants bedrijfsdrama van omkoping, meineed en chantage, met vele tonnen aan zwart geld in de ijskast op zijn landgoed in Heeswijk-Dinther waar hij de echtelijke sponde deelt met een kleindochter van (jawel) bovenvernoemde Gerrit van der Valk. De appel valt niet ver van de boom daar, om niet te zeggen net naast de kers op de compôte. Maar Fritske zit nergens mee, doet gewoon weer mee aan de Dakar Rally en zal na zijn voorarrest en twee weken taakstraf weer ouderwets brutaal lallend aanschuiven bij de rotary, de businessclub en de introductie van de Beaujolais Primeur. Fritske is ook de naam van het boek dat twee AD-journalisten over hem schreven, nou ja, boek: het is meer een spannende schelmenroman over een onbezonnen avonturier. Voorlopig zit er geen happy end in, maar misschien wel een format voor een tv-serie. Per slot van rekening is aan de schurk waarmee we dit stukje begonnen ook al vele seizoenen een programma gewijd. Het heet Massa is Kassa en die miserabele rotzooi komt, net als de meeste baggermeuk op onze treurbuis, uit de koker van Talpa. Oftewel van John de Mol, de flamboyante omroepmagnaat die het Nederlandse medialandschap in een moordend tempo met verschroeiende zendernapalm ontbladert tot een culturele Gazastrook. Vergeleken daarmee zijn de Killing Fields in Cambodja een paradijselijke multicombi van Walibi, Efteling en Plopsaland.


Copyright Peter Bonder.