Weigergans
En? Hebt u ook net als anderhalf miljoen landgenoten meegedaan aan de nationale tuinvogeltelling van het afgelopen weekend? Hiermee helpen we de vogelbeschermers, die tussen 1974 en 2004 overigens onder de bevlogen leiding stonden van Nico de Haan, aan gegevens die bijdragen aan betere mogelijkheden om ze te helpen en te beschermen. Nu ben ik gedurende het gehele jaar een fanatiek vogelteller, met een imposante verzameling schijtlijsters, strontpikkers en schuilevinkers uit voorraad leverbaar, een aparte categorie voor de heikneuter, de aasgier en de zwavelkanarie en eervolle vermeldingen voor het uilskuiken, de papegaai en het koekoeksjong. Het zal u evenwel niet verbazen dat geen van deze exemplaren langs kwam in de tuinen waar hun soortgenoten geteld werden wat landelijk de volgende top tien gaf (in volgorde van aantallen): de huismus, de koolmees, de pimpelmees, de kauw, de merel, de vink, de houtduif, de ekster, de Turkse tortel en de roodborst. Zo op het eerste gezicht lijkt hier niets nieuws onder de zon en zijn het de usual suspects die het beeld bepalen, met uitzondering wellicht van de Turkse tortel waarvan ik eerlijk gezegd nog nooit gehoord had. Mocht het zo zijn dat deze soort onderdeel is van een oprukkende migrantenkolonie die onze duivenplatjes komt inpikken en onderschijten dan kunnen we hieromtrent binnenkort kamervragen van de PVV verwachten, waarbij ik me kan voorstellen dat de woorden ‘tuintuig’, ‘roekoegajes’ dan wel ‘duifgespuis’ zullen worden gebezigd, maar misschien is mijn onderbewustzijn vleugellam geraakt en zie ik ze vliegen. Uit nieuwsgierigheid heb ik nog wel even gekeken naar de uitslag in de wijk van mijn postcode. Per slot van rekening zitten we hier dichtbij Duitsland en stiekum had ik gehoopt op de aanwezigheid van de Bienenfresser, de Kahnschnabel, de Löffelstrandläufer, de Sumpfrohrsänger dan wel met name de Zilpzalp, maar ook in mijn buurt waren het achtereenvolgens de koolmees, de huismus, de pimpelmees, de ekster, de houtduif, de roodborst, de vink en de merel die het vaakst waargenomen werden. Slechts op de laatste plaats meldde zich een nieuwkomer, en wel de groenling. De aanwezigheid van deze zingende zaadeter, ook wel groenvink of groninger genoemd, kunnen we als een compliment voor de natuurlijke leefbaarheid van Enschede-Zuid in het algemeen en de Stroinkslanden in het bijzonder beschouwen: de groenling heeft namelijk een sterk ontwikkelde voorkeur voor parklandschappen met dichte bosjes, boomgroepen, tuinen, heggen en bosranden. Wie we daarentegen in de top tien vergeefs zullen zoeken, is de gierzwaluw. Deze avonturier die in Afrika overwintert, heeft sterk te lijden onder de ambitieuze nieuwbouwplannen van minister Mona Keyzer, die van plan is om de verplichte nestvoorziening te schrappen. De gierzwaluw dreigt daardoor straks in het voorjaar bij zijn vlucht uit Mali dakloos te geraken en op straat te belanden. Misschien dat minister Faber nog een bed-, bad- en brood-nestje in Ter Apel weet. En die blonde BBB-doos noemen we de weigergans.
Copyright Peter Bonder.