Balseming
Paus Franciscus lag er in zijn open doodskist niet alleen netjes bij, hij kreeg na zijn heengaan ook redelijk positieve kritieken over zijn opvattingen en hoe hij die in praktijk had gebracht. Zowel het een als het ander was bij een van zijn voorgangers niet vanzelfsprekend wat de figuur in kwestie letterlijk en figuurlijk een kwade reuk bezorgde. We hebben het hier over Pius XII die van 1939 tot aan zijn dood in 1958 het hoogste ambt in de rooms-katholieke kerk bekleedde. Om met de medische malheur te beginnen: de man had in de persoon van Riccardo Galeazzi-Lisi een lijfarts die we vandaag de dag niet alleen een kwakzalver zouden noemen, maar ook voor altijd en eeuwig een beroepsverbod zouden opleggen zoals zal blijken uit de nu volgende reconstructie waaruit de meest onsmakelijke details zijn weggelaten – wat in de notulen van het echte rijke roomsche leven immers ook een gebruikelijke traditie was. Het begint allemaal op 8 oktober 1958, een broeierig warme herfstdag in Castel Gandolfo, de pauselijke zomerresidentie ten zuiden van Rome. Een huishoudster van de 82-jarige, op sterven liggende paus opent een raam van het paleis voor wat frisse lucht en geeft daarmee zonder het te weten een teken dat drie Italiaanse kranten in ruil voor een substantiële beloning met de lijfarts hebben afgesproken wanneer het zover is dat Gods plaatsvervanger op aarde naar zijn schepper is teruggekeerd. Nadat Radio Vaticana heeft ontkend dat de paus is overleden neemt de politie van Rome alle speciale edities van de kranten in beslag. Wereldleiders uit alle windstreken hebben niettemin hun medeleven al betuigd voordat de Heilige Vader een dag later werkelijk zijn laatste adem uitblaast. Zijn overlijden markeert het einde én het begin van een opmerkelijk hoofdstuk uit de geschiedenis van de moderne geneeskunde. De paus en zijn lijfarts deelden een belangstelling voor wat nu alternatieve geneeskunde zou worden genoemd. Er werd een magnetiseur uit de Achterhoek opgetrommeld om zijn pijnlijke voeten te bestrijken, verandering van tandpasta moest helpen tegen een maagontsteking en nierfalen en een koninginnengelei van bijen zou ouderdomskwalen verhelpen. Ook de Zwitser Paul Niehans die verse cel-extracten van lammetjesfoetussen bij mensen injecteerde om hun verouderingsproces stop te zetten, maakte zijn opwachting in het Vaticaan met Konrad Adenauer, Charlie Chaplin en Winston Churchill als referenties. Hij was ook van de partij toen de paus bleef sukkelen met zijn gezondheid en onder andere leed aan dagenlange aanvallen van de hik. Toen hij het einde voelde naderen liet hij weten dat hij niet gebalsemd wilde worden zoals zijn voorgangers, bij wie de organen werden verwijderd en conserveringsvloeistof werd ingespoten, maar dat zijn lichaam intact moest blijven ‘zoals God het heeft geschapen’. De lijfarts wist daar wel wat op en gebruikte de zogenaamde ‘aromatische osmose’ waarbij het stoffelijk overschot inclusief alle vitale organen eerst werd ondergedompeld in een occulte cocktail van hars, olie, parfum en ether en vervolgens een dag lang in cellofaan werd gewikkeld. En daar ging iets gruwelijk mis. Lezers die geen sterke maag hebben kunnen nu misschien beter iets anders gaan doen, voor alle anderen wordt het stevig doorbijten. In plaats van het lichaam koel te houden sloot de lijfarts de kist hermetisch af waardoor het ontbindingsproces sneller ging dan verwacht en er zich een geur ontwikkelde die door getuigen als ‘weerzinwekkend’ werd omschreven en ertoe leidde dat de kistwachters van de Zwitserse Garde om het kwartier moesten worden afgelost als ze al niet flauw waren gevallen vanwege de penetrante lucht. En daarmee zijn we weer terug bij de kwade geur van het begin: de hoofdpersoon werd onderwerp van een hevige discussie over zijn optreden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Er zijn bibliotheken vol geschreven over de beschuldigingen dat hij en het Vaticaan onvoldoende moeite hebben gedaan om te weten te komen wat er gaande was in de concentratiekampen. Schrijver John Cornwell van het boek ‘Hitlers Paus’ uit 1999 noemde hem zelfs een antisemiet, maar Golda Meir, de latere premier van Israël en in 1958 minister van buitenlandse zaken was juist vol lof: ‘Pius XII stond op ter verdediging van ons volk’. De waarheid zal waarschijnlijk in het midden liggen: God mag het weten.
Copyright Peter Bonder.