Cultuurkatholiek
Louis Andriessen (1939-2021) geldt algemeen als de meest geprezen Nederlandse componist van de twintigste eeuw. Hij zette zich af tegen het conservatisme in de muziekwereld, zijn muziek is sterk beïnvloed door het minimalistische genre en hij integreerde vrijwel alle podiumkunsten (theater, dans en film) in de ontwikkeling van de Nederlandse ensembletraditie met complexe akkoorden, gespeeld op veel verschillende blaasinstrumenten en diverse slagwerkcombinaties. Het resultaat van dit alles laat zich nog het beste samenvatten onder de noemer: je moet er van houden. En, om het maar meteen duidelijk te maken: aan mij is het niet besteed. Ik ben in principe een ruimdenkend mens, maar weiger willoos mee te gaan in de elitaire neiging om iets mooi te vinden ‘omdat het cultuur is’. We kunnen wel aan de gang blijven. Wolter Kroes is ook cultuur voor wie dat mooi vindt. Nee, mijn interesse in Louis Andriessen werd vooral gewekt door een interview in De Volkskrant met zijn biografe Jacqueline Oskamp die behalve de muzikale en artistieke kant van haar hoofdpersoon ook zijn particuliere levenswandel beschreef. En daaruit komt het beeld naar voren van een man die volgens haar ‘nooit geleerd heeft om ruzie te maken’ met alle gevolgen van dien: ‘Hij had een ingewikkeld liefdesleven, met veel relaties door elkaar heen. Maar bij een conflict greep hij niet in. En dan wordt iedereen ongelukkig: de betrokken vrouwen, maar ook hijzelf.’ Iedereen ongelukkig? Niet ingrijpen? Terwijl hij zelf nog getrouwd was, en zijn dementerende echtgenote het allemaal niet meer meekreeg, verwekte hij buiten de deur een kind dat in 2007 geboren werd, maar toen had hij alweer een relatie met een andere vrouw. Haar biografe heeft daar wel een verklaring voor: ‘Waarom had hij aan één relatie niet genoeg? Hij was verliefd op het verliefd zijn.’ Al met al mag het dus een wonder heten dat de componist nog tijd vond om zijn creaties aan het papier toe te vertrouwen – hoewel hij nog een paar valse noten op zijn zang had. In de biografie komt namelijk ook naar voren dat hij antisemitische trekjes had en grappen maakte over anti-joodse karikaturen. Hoe dan? ‘Ik heb erover gesproken met een betrokkene uit de familie, die bevestigde tot zijn schaamte dat er in de familie negatief over joden werd gesproken. Ik zie het als een erfenis van zijn katholieke opvoeding. Louis is altijd een cultuurkatholiek gebleven.’ Ach ja, natuurlijk. Daar komt de paapse gedoogvariant weer om de hoek kijken. Het is allemaal verklaarbaar vanuit de witwasser van het wijwater, de rokade van de rozenkrans en de aflaat van het askruisje. Onder dezelfde ritselende pijen van het Vaticaan waar Romeinse joden zich veilig mochten verschuilen konden Duitse nazi’s geruisloos vluchten naar Zuid-Amerika. Stelt u zich de volgende conversatie voor tussen Dylan Yesilgöz en Frans Timmermans, en we ruiken de slechte adem van de onverteerde ouwel:
-
‘U bent een antisemiet met die motie’.
-
‘Nee hoor, dat is een erfenis van mijn katholieke opvoeding, ik ben altijd een echte cultuurkatholiek gebleven. En trouwens, u hebt de deur voor de PVV opengezet’.
-
‘Dat is een jij-bak, meneer Timmermans, en dat is mijn specialiteit als authentieke cultuurliberaal.’
Copyright Peter Bonder.