Stemverheffing

We wisten natuurlijk allang dat de Nederlandse politiek in de achterkamertjes een cynisch stratego is met morbide ganzenbordtrekjes en voor ons, argeloze kiezers, de bescheiden bijrol van mens erger je niet. Zo zagen we de twee boze feeën op de foto hierboven met een ongekende grimmigheid dobbelen om de vrijgekomen asielportefeuille van Marjolein Faber waarmee hun partij tijdens de aanstaande verkiezingscampagne electoraal kan scoren over de ruggen van de mensen die ze eigenlijk zouden moeten beschermen. Dat ze elkaar in werkelijkheid het liefst achter het landbouwplastic zouden plakken doet dan even niet ter zake: het gaat om het resultaat. Het is een misselijk makend machtsspelletje van verschuivende normen en waarden, met door de koning beëdigde ministers die begrip, sympathie en genegenheid tonen voor jagende burgerwachten in Ter Apel die het recht in eigen handen nemen en alle wetten aan hun laars lappen: ‘We keuren het niet goed, maar we begrijpen hun frustratie’. Ze begrijpen helemaal niets, alleen hun eigen belang, op basis van ingekleurde beeldvorming, ongezonde geldingsdrang en gezwollen retoriek. Om je dood te schamen. Een van de laatste (vrouwelijke) politici voor wie we ons niet hoefden te schamen was Khadija Arib, van 2016 tot 2021 een van de beste voorzitters van de Tweede Kamer die we ooit hebben gehad en in al haar kracht, eenvoud en charme een exemplarisch toonbeeld van geslaagde multiculturele integratie. De man die er nu zit is in alle opzichten haar tegenbeeld en als zodanig een regelrechte schande voor de parlementaire democratie: een onversneden racist, enthousiast aanhanger van de omvolkingstheorie en hypocriete gedichtenvoordrager. En nog laf ook: hij verzon een smoes om op 1 juli maar niet naar Keti Koti te hoeven, de jaarlijkse herdenking van ons koloniale slavernijverleden, door hem als ‘gedram’ omschreven. Meneer moet die dag zogenaamd in de Tweede Kamer zijn voor een belangrijke stemming, zo liet hij via een woordvoerder weten. Een blik in de officiële agenda van de Tweede Kamer der Staten-Generaal voor die datum maakt duidelijk dat dit een ordinaire leugen is vermomd als deftig alibi: ‘Er zijn deze dag geen plenaire vergaderingen gepland’. Bovendien kan het parlement bij afwezigheid van de voorzitter altijd terugvallen op maar liefst zes formele vervangers, onder wie de volstrekt neutrale PVV’er Gidi Markuszower die vorig jaar vanwege ernstige integriteitsrisico’s voor de staatsveiligheid niet door de ballotage van de AIVD kwam voor de functie van vice-premier en minister van asiel en migratie. Hij mag daarentegen dus nog wel het parlement voorzitten en dat past helaas bij de devaluatie van deze ceremoniële, symbolische en representatieve positie. De duizelingwekkende afzink begon bij de voorgangster van Martin Bosma, Vera Bergkamp van D66 die één belangrijk nadeel had toen ze de hamer ter hand nam: ze was niet geschikt voor deze post. Voeg daarbij een karakterologisch defect in de vorm van ernstige paranoia in combinatie met een kwalijke neiging tot onaantastbaarheid – een talent dat wel meer D66’ers eigen is – en we zijn getuige van een regelrechte ramp in slow motion: een afrekening in het parlementaire circuit met als doel de mentale, functionele en fysieke sloop van Khadija Arib die het slachtoffer werd van een anonieme (!) brief met vertrouwelijke informatie over ‘grensoverschrijdend gedrag’ en haar opvolgster die de boodschapper van de liederlijke laster speelt.
Het begon allemaal in 2022 met een MeToo-aanklacht tegen Ruud Haarms, chef restaurant van het parlement. Die was daar kennelijk zo door gegriefd (door de beschuldiging, niet door datgene waarván hij beschuldigd werd) dat hij samen met directeur huisvesting Jaap van Rhijn de anonieme brief opstelde waarin Khadija Arib werd beschuldigd van het plegen van machtsmisbruik en het voeren van een schrikbewind. Ze noemden haar onder veel meer ‘een heks’ en de ‘slechtste vrouw ter wereld’ in een smerig een-tweetje dat een onderdeel vormde van een ranzig complot in een gecoördineerde campagne om de toenmalige kamervoorzitter te beschadigen. Ze had helemáál geen schijn van kans meer toen Sigrid Kaag en Mark Rutte (u weet wel, van dat toneelstukje met ‘Hier scheiden onze wegen’) vanwege partijpolitieke belangetjes besloten dat Vera Bergkamp de functie moest krijgen, met een kwalijke bijrol voor twee ‘maatjes’: woordvoerster Sonja Kloppenburg die verantwoordelijk was voor het lekken van alle informatie en griffier Simone Roos die intussen is bevorderd tot lid van de korpsleiding bij de politie, verantwoordelijk voor de portefeuille bedrijfsvoering. Uiteindelijk zou blijken dat Khadija Arib twee (!) keer met stemverheffing heeft gesproken. Ze was niet altijd de gemakkelijkste, maar dat was ze ook niet voor zichzelf. En er is niemand vanwege haar weggegaan of door haar ontslagen. Twee keer met stemverheffing gesproken. Gelet op de voor haar fatale en volkomen onterechte afloop mag ze dat richting Vera Bergkamp gerust nog een derde keer doen.

Copyright Peter Bonder.