Wolf GW3237m
We horen steeds vaker beweren dat het migrantenprobleem in Nederland een verdienmodel is geworden. Het aantal partijen dat er een dik belegde boterham aan verdient wordt met de maand groter. We hebben de kwestie dermate ingewikkeld gemaakt dat er voor buitenstaanders geen touw meer aan vast te knopen is en de uitvoering uitbesteed aan zoveel instanties dat die zich eenvoudig achter elkaar kunnen verschuilen en de schuldvraag als een hete aardappel onderling door kunnen schuiven als er wéér iets mis gaat – wat intussen net zo voorspelbaar is als de reacties van de PVV in het electorale zwartepietenspel. Hoe anders is het gesteld met de registratie van die andere migrant in Nederland: de wolf. Die is toevertrouwd aan de nijvere cijferaars van BIJ12, ‘een onderdeel van de Vereniging Interprovinciaal Overleg (IPO) voor de ondersteuning van de gezamenlijke overheden bij de uitvoering van wettelijke taken met kennis, informatie en data over het landelijk gebied en de fysieke leefomgeving’. Dit soort taal vind ik heerlijk. De fysieke leefomgeving, ik kan me er slechts met de nodige fantasie iets bij voorstellen, maar vergis u niet. Er gaat een wereld aan feiten voor u open als u het PDF-document ‘Verspreiding wolf in Nederland’ aanklikt, verdeeld over 365 pagina’s en opgesteld aan de hand van vijf verschillende classificaties (‘waarnemingen’): 1) wolf gezien, 2) afdruk poot en/of spoor, 3) wolvenuitwerpsel, 4) kadaver van een wild dier, 5) overig. De opsomming in dit ‘bronbestand met wolvenwaarnemingen’ begint op 3 juli 2015 met een opgemerkte wolf in Coevorden, de tussenstand eindigt op 30 april van dit jaar in Rheden (wolf gezien) en telt in totaal ruim 10.200 genoteerde observaties. Vooral het punt 5) houdt de gemoederen van de wolfwatchers bezig. Zo is Landgoed Den Treek-Henschoten op de Utrechtse Heuvelrug al enige tijd het domein van wolf Bram die vanwege de aantekeningen op zijn strafblad genoemd wordt naar zijn dossiernummer GW3237m en als zodanig ingeschaald is in de categorie ‘probleemwolf’ op de ‘escalatieladder’ waar hij is gestegen van niveau G (‘neemt initiatief tot aanval’) naar niveau H (‘wolf doodt mens’). Even afgezien van de voor de hand liggende coïncidentie met het fenomeen ‘man bijt hond’: dit is op de onlangs herziene incidentenschaal theoretisch het hoogst haalbare niveau voor een wolf. De provincie Utrecht wil Bram dan ook het liefst doodschieten, maar dat is vergunningstechnisch nog een heel probleem. Bovendien is wolf GW3237m vader van verschillende welpen en vanwege zijn onopvallende uiterlijk makkelijk te verwarren met andere, onschuldige soortgenoten waaronder wolf GW3238n. Wel wordt overwogen om het weerbericht voor de Utrechtse Heuvelrug – en voor Drente en de Veluwe, kortom de gebieden waar de meeste wolven voorkomen – aan te passen aan de omstandigheden: ‘Vanmiddag is in een groot deel van het land geen wolfje aan de lucht. Morgen krijgt het uiterste noorden te maken met wolvenvelden, in het zuidoosten is er sprake van stapelwolven met lage bewolving. Vanuit het zuiden komen sluierwolven binnendrijven. Er waait een zwakke tot matige wind uit het noordwesten onder een helder wolvendek, over het algemeen wisselend bewolfd met hier en daar een schapenwolf’.

Copyright Peter Bonder.