Andries Jonker
Andries Jonker is als voetballer nooit verder gekomen dan het eerste van De Volewijckers. Tussen 2009 en 2012 mocht hij de pionnen neerzetten bij het tweede elftal van Bayern München toen Louis van Gaal daar hoofdtrainer was. Hij figureert ook, schaapachtig grijnzend, in dat walgelijke filmpje uit 2010 toen het er op het bordes bij het stadhuis van de Beierse hoofdstad weer even ouderwets aan toeging alsof het 1933 was. Dat verdient allemaal niet de hoofd- laat staan de schoonheidsprijs, maar namens de gehele Nederlandse voetbalwereld mogen we hem dankbaar zijn dat hij een paar jaar geleden het Oranje damesteam overnam van de Amerikaan Mark Parsons die zich met een verlopen campingdiploma door de bouwvallige ballotage van de KNVB had weten te smoezen om de gouden erfenis van Sarina Wiegman uit 2017 te komen verkwanselen. Spoiler alert: ik ga nu niet de voor de hand liggende fout maken om damesvoetbal met herenvoetbal te gaan vergelijken. Het zijn twee aparte sporten, met hun eigen wetten, normen en waarden en wat die voor vrouwen inhouden moet u maar eens aan Tom van ’t Hek vragen. Deze briljante linksbuiten van Kampong en Oranje (221 interlands) was van 1994 tot 2000 bondscoach van onze hockeydames en hij wordt van zijn ervaringen uit die periode nog wel eens gillend wakker, badend in het zweet. Hoewel hij nooit echt uit de school heeft geklapt mogen we gevoeglijk aannemen dat het een buitengewoon zware opdracht is geweest om al die kikkers in de kruiwagen te houden. Laten we het als volgt proberen samen te vatten: mannen zeggen elkaar na een verloren wedstrijd ongezouten de waarheid en blussen het af met emmers koud bier, vrouwen hebben het geheugen van een olifant en achtervolgen elkaar tot vér in de menopauze met hun permanente gejammer dat onder feminologen ook wel bekend staat als het Claudia de Breij-syndroom (zie ook: jengelen, aandacht). Het zegt genoeg over de verstikkende zuurgraad binnen de selectie van al die kakprinsesjes dat de hockeybond sinds 2000 nu al aan de negende bondscoach toe is, de gemiddelde omloopsnelheid ligt hoog en de uiterste houdbaarheid navenant laag. Barbara Barend zal er vast wel een verklaring voor hebben, maar als u het niet erg vindt wou ik die liever even buiten beschouwing laten. Los daarvan verdient Andries Jonker onze ultieme lof vanwege de manier waarop hij naar buiten toe omging met de schandalige wijze hoe de KNVB hem bij het grof vuil had gezet. Met name technisch directeur Nigel de Jong heeft zich als een hork gedragen door een van zijn belangrijkste medewerkers ongegeneerd het graf in te prijzen met de gebruikelijke riedel aan loze complimenten op een bedje van ijdel gebazel toen hij hem in februari de wacht aanzegde: ‘Andries heeft de afgelopen twee jaar fantastisch werk verricht. Hij heeft een topsportmentaliteit neergezet. Daar zijn wij hem dankbaar voor. Het contract is niet ontbonden, we verlengen ‘m alleen niet. We moeten het ook niet groter maken dan het is’. Vooral dat laatste zinnetje (‘We moeten het ook niet groter maken dan het is’) is nog even een fijne trap na die nergens voor nodig is, ook helemaal niets toevoegt en meer zegt over Nigel de Jong dan over Andries Jonker. De KNVB zou het contract met zijn technisch directeur niet moeten ontbinden – maar ‘m alleen niet verlengen. En dat moeten we vooral niet groter maken dan het is.
Copyright Peter Bonder.