Tafelspeech

Een miljoen per minuut: zoveel schijnt de NAVO-top in Den Haag al met al gekost te hebben. Voor de echte liefhebber van uiterlijk vertoon, diplomatieke decadentie en royale overdaad was het elke seconde meer dan waard, Of, om met Wim Kan te spreken: wat een pracht, wat een praal, wat een statiegeld. Persoonlijk heb ik het meeste genoten van de rol die voor ons koningshuis in dit marionettencircus was weggelegd. Als ooit bewezen moest worden dat de moderne monarchie een feodale vorm van nostalgische poppenkast is, dan was het vorige week wel in Den Haag, de stad die zich daarvoor bij uitstek leent. En er zijn slechts weinigen die dat beter snappen dan onze koning Willem-Alexander en zijn koningin Máxima. Als de gebroken arm van hun oudste dochter dagenlang de voorpagina’s van alle kranten domineren, dan is dat niet omdat we willen weten welke arm het is: die waarmee ze minzaam wuift naar haar toekomstige onderdanen, of die waarmee ze onze belastingcenten innemend binnen graait. Nee, het is nieuws omdat het háár arm is. Er wonen 1,7 miljoen armen in Nederland, maar daarover hoor je ze niet als het om miljarden (extra) voor defensie gaat. Om nog maar te zwijgen van de ontelbare benen die door al dat krijgsgeweld op het slagveld achterblijven. Dat soort gedachten gingen ook door de koning heen toen hij de wereldleiders in zijn paleis mocht ontvangen. Natuurlijk hadden zijn voorlichters een obligate speech voor hem geschreven met de standaard bla-bla-bla-teksten over vrede, vrijheid en vooruitgang. Gelukkig hebben we speciaal voor deze rubriek de hand kunnen leggen op het concept van de tafelspeech die Willem-Alexander voor zichzelf had bedacht:

‘Beste mensen, ga lekker zitten en doe alsof je thuis bent. Mijn lakeien hebben me verteld dat dit een werkdiner moet worden. Nu hebben we bij ons thuis al vele generaties een pleurishekel aan werken, maar niet aan dineren, sterker nog, we lusten er wel pap van. Laten we er dus maar het beste van maken en dan wil ik beginnen met een paar mensen persoonlijk welkom te heten. Daddy, waar zit je? Ah, ik zie het al, ja, natuurlijk, naast Máxima. Doe je wel een beetje voorzichtig schat? We gaan toch niet vergeten dat ik jouw sugar daddy ben, hè? Nee, ik heb het niet over jou, ouwe snoeper. Kijk maar eens goed om je been, hier hangen oude Hollandse meesters, we hebben speciaal voor jou een paar jonge Hollandse meesteressen besteld, kun je straks lekker met je stars and stripes spelen en make jouw America great again. Dus eerst lekker eten en dan huppetee, op naar de Prins Bernhard-vleugel. Nee, Markie gaat niet mee, die is niet zo van de dames. Die is meer van ’t ouwehoeren. Wat zeg je? Nice guy? You ain’t seen nothing yet. Als ik hem zeg dat ie in z’n blote kont en met een rood-wit-blauwe strik om z’n leuter alle coupletten van het volkslied moet zingen en tegelijkertijd door een brandende hoepel moet springen dan doet ie dat. Ja, dat doen ze bij jullie ook, Recep Tayyip, daar weet jij alles van. Wat zit je trouwens raar te kijken, vind je het niet lekker wat er op je bordje ligt? Wat had je dan verwacht, kebab? Als je shoarma wilt dan moet je hier even verderop in de Schilderswijk zijn, daar hebben ze meer shoarma dan bij jou in heel Istanbul en omstreken. Nou beste mensen, geniet er van. Het kost een paar centen maar dan heb je ook wat. Ik hoorde van de week zo’n linkse zeurdoos op de radio zemelen wat je allemaal voor een miljoen per minuut kunt doen. Ze zal best een punt hebben, misschien wel twee ha ha, maar als we niets doen dan staan we hier over vijf jaar weer, maar dan met een heel andere proost. ‘Na Zdorovje’! Hahaha.’


Copyright Peter Bonder.