Stoelendans

Michel van Hulten (Batavia, 1930) is een voormalig Nederlands politicus. Hij is intussen 95 jaar en zal dus niet zo snel meer naar wéér een nieuwe partij overstappen (dat zou dan zijn zesde worden), maar kan zich waarschijnlijk wel de nationale recordhouder op dat gebied noemen. Hij begon zijn carrière bij de KVP, de Katholieke Volks Partij die in 1968 aan de wieg stond van de PPR, de Politieke Partij Radikalen (met een k). Hoewel die R in de naamgeving nogal extremistisch, revolutionair en dynamisch klinkt viel het in de praktijk nog wel mee met het kraaien van de oproer: PPR-vertegenwoordigers waren over het algemeen vredelievend en wereldvreemd, een combinatie die in de jaren ‘70 niet zelden leidde tot algehele gewetensnood, permanente lintwormen en mentale obstipatie. De wereld moest gered worden; waarvan was niet geheel duidelijk – en ook minder belangrijk. Ze waren herkenbaar aan hun linnen draagtasjes met folders van de Waddenzee en foto’s van zeehondjes, bliefden uitsluitend maatschappelijk verantwoorde Boliviaanse boerenkoffie met biodynamische rietsuiker uit de derdewereldwinkel en schreven socialistisch als soosjalisties. Bekende leden waren Ria Beckers, Bas de Gaay Fortman, Roel van Duyn, Bram van Ojik en de bomen in de tuin van Prinses Irene. Mede namens hen was Michel van Hulten tussen 1971 en 1973 lid van de Eerste en de Tweede Kamer en daarna tot 1977 staatssecretaris van verkeer en waterstaat in het eerste en tot nu toe enige kabinet-Den Uyl. Vervolgens betaalde hij contributie aan de penningmeesters van D66, PvdA en 50Plus waardoor hij met vijf achtereenvolgende lidmaatschappen van evenzovele partijen op eenzame hoogte staat in de toptien van parlementaire sprinkhanen. Onder hem krioelt het de laatste tijd van politici die op de meest schaamteloze wijze veel gelijkenissen vertonen met ratten die het zinkende schip voortijdig proberen te verlaten. Zo is het nog maar twee maanden geleden dat het knetterrechtse NSC-kamerlid Diederik Boomsma bij wijze van spreken stond te shaken om lijsttrekker te worden van zijn partij: ‘Met veel enthousiasme stel ik mij kandidaat. Ik ga dolgraag samen met onze partij voor onze kiezers aan de slag!’ liet hij weten op X. Vervolgens kozen de lezen voor Eddy van Hijum waarna niet alleen de peilingcijfers nóg verder omlaag gingen maar ook de beoogde partijleider ineens zijn lang begeerde transfer bekend maakte naar de F-side van de PVV-light: ‘JA21 is de enige partij die het probleem van massale immigratie naar Nederland serieus aanpakt, out of the box denkt én de realiteit niet uit het oog verliest’. Alsof je jezelf te goed vindt voor Top Oss of Almere City en je in al je ijdelheid ineens serieus gaat denken dat Telstar misschien wel je gedroomde topclub is. Daar is een woord voor: opportunisme. Diederik Boomsma is een veel grotere gelukzoeker dan de migranten die hij als zodanig omschrijft en met JA21 ‘out of the box’ wil aanpakken. Een laffe verrader die zijn miezerige principes versjachert aan een meer biedende passant. Nee, dan moeten we toch meer respect hebben voor iemand als Nicolien van Vroonhoven die de leegloop in haar partij niet kan aanzien en de bij voorbaat kansloos lijkende uitdaging niet uit de weg gaat. In de stoelendans van 29 oktober zou een tweede zetel haar alleen daarom al van harte gegund zijn. Twee, niet meer.


Copyright Peter Bonder.