CDA-burgemeester

Iedereen heeft nu wel de mond vol van Henri Bontenbal, en van mij mag de beste man minister-president worden, alles beter dan wat er nu zit, maar dat wil nog niet zeggen dat het in zijn partij één groot feest is. Van ouds her heeft het CDA niet te kampen met een overschot aan gepaste bescheidenheid, laat staan van een minderwaardigheidscomplex, integendeel: het was niet voor niets CDA-kamerlid Joost van Iersel die de eigen superioriteit in 1986 voor alle zekerheid nog maar even kort samenvatte met ‘We rule this country’. Bovendien hebben de christen-democraten niet vooraan gestaan toen het morele bewustzijn werd uitgedeeld: hun oprichter Piet Steenkamp maakte in 1978 met zijn opmerking ‘Het eigen geweten is bij ons katholieken niet voldoende ontwikkeld’ het verschil duidelijk tussen de verschillende ‘bloedgroepen’ van de KVP enerzijds en de ARP en CHU anderzijds, de politieke partijen waaruit het CDA in 1980 ontstond. Een van hun protestante erfgenamen is Marja van Bijsterveldt (Rotterdam, 1961) die namens haar partij staatssecretaris en minister van onderwijs, cultuur en wetenschap, lid van de Tweede Kamer, partijvoorzitter, burgemeester van Schipluiden en in de gemeente Almere fractievoorzitter, wethouder en raadslid was voordat ze in 2016 burgemeester van Delft werd in welke functie ze begin deze maand afscheid nam. Bij haar afscheid schetste De Volkskrant een bijna honderd procent positief beeld van haar, met vrijwel louter successen. Onder haar leiding werd een zieltogend museum gerestaureerd, kreeg een kwetsbare wijk weer toekomstperspectief, groeide de universiteit verder uit tot een kenniscentrum van internationale allure, werd een serieuze coffeeshop-oorlog, met granaataanslagen en schietpartijen, de kop in gedrukt en kreeg de gemeentelijke begroting weer een positieve balans. Kortom: vraag tien Delftenaren naar Marja van Bijsterveldt en negen zijn lovend. De enige met een negatief oordeel is Abdelmonim Maanaoui, de voorzitter van de lokale Al Ansaar-moskee: ‘Ze was er als burgemeester voor iedereen, behalve voor de Marokkaanse moslimgemeenschap’. Hij doelt hiermee op het stiekeme onderzoek naar twaalfhonderd islamitische inwoners die de gemeente in 2017 clandestien liet schaduwen door een extern adviesbureau.

De rekening van de ijverige stalkers ging naar de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) oftewel opperspion Dick Schoof. De moskee die op dat moment juist samenwerkte met de gemeente in de strijd tegen radicalisering, ontspoorde jongeren in het verleden had weggestuurd en in Delft niet bepaald bekend stond als een broedplaats van extremisme, wist van niets, kreeg geen kans op wederhoor en ontdekte pas jaren later dat er een onderzoek was gedaan zonder dat er sprake was van concrete verdenkingen. Integendeel: de rechter oordeelde dat de gemeente onrechtmatig had gehandeld en inbreuk had gemaakt op de privacy van de moskeebezoekers. Hoewel dit oordeel voor andere steden die ook een soortgelijk onderzoek hadden laten uitvoeren - Almere, Leidschendam-Voorburg, Zoetermeer en Veenendaal – aanleiding was om de moslimgemeenschap wél hun excuses aan te bieden bleef het in Delft oorverdovend stil – terwijl juist daar van alles was misgegaan, vooral ook nádat de observatie al was uitgevoerd. Zo was er sprake van het klassieke misverstand inzake de slager die zijn eigen vlees keurt toen de burgemeester op aanraden van het betrokken adviesbureau een versie van het eindrapport liet verwijderen nadat media er vragen over hadden gesteld wat volgens experts op het gebied van data, privacy en archivering helemaal niet mag. Al met al voldoende reden voor een ruimhartig excuus van de gemeente in het algemeen en de burgemeester in het bijzonder, maar dat zit er bij deze CDA-bestuurder niet in. Ze ‘betreurt’ de impact, verschuilt zich achter een ‘evidente mailfout’ in de procedure en beroept zich op ‘de context’ van de periode tussen 2012 en 2013 toen Delftse jongeren naar Syrië en Irak vertrokken om zich (waarschijnlijk) aan te sluiten bij IS, maar: ‘We hebben naar eer en geweten gehandeld. Een excuus zou voor mij niet oprecht zijn, een loos gebaar’. Het is te hopen dat Henri Bontenbal in de zoektocht naar bewindslieden voor zijn kabinet deze zelfgenoegzame regentesse overslaat. En niet alleen de moslims van Delft, maar ook alle andere inwoners mogen blij zijn dat ze van deze hautaine kakmadam verlost zijn. Hoewel, ze hebben nu Alexander Pechtold van D66. Die is nog véél arroganter.


Copyright Peter Bonder.