Corporaal

Wopke Hoekstra (Bennekom, 1975) is een CDA-politicus die tijdens zijn studie rechten aan de Universiteit van Leiden praeses was van het gerenommeerde corps Minerva. Met deze prestigieuze erebaan had hij een mooie kruiwagen voor vervolgstudies in Rome, Fontainebleau en Singapore en een ingang bij Shell voor functies in Hamburg, Berlijn en Rotterdam waarna hij partner werd bij de organisatie-adviseurs van McKinsey. Namens het CDA was hij fractievoorzitter, vice-premier, minister van financiën en buitenlandse zaken. Volgens de beste tradities van de confessionele mores raakte hij actief betrokken bij een fiscale affaire waarbij hij via een obscure brievenbusfirma op de Maagdeneilanden investeerde in een Oost-Afrikaans safaribedrijf. Zijn deftige hoerensmoes dat hij ‘zorgvuldiger had moeten handelen’ was de zoveelste variant op de obligate aflaatformule voor malafide politici die door hun collega sjoemelaars in het ons-kent-ons-netwerk van stoerheid, inteelt en wisselgeld de hand boven het hoofd wordt gehouden. Het riante comfort van dat solide vangnet kwam hem ook goed van pas toen hij in 2023 na een volslagen mislukte verkiezingscampagne door zijn partij werd weggepromoveerd naar het Europarlement waar hij tot ieders verbazing commissaris klimaatactie werd. Sindsdien is er slechts weinig meer van hem vernomen, wat ook geenszins merkwaardig is voor iemand die net zoveel affiniteit met het milieu heeft als een VVD’er met de waarheid of een BBB’er met onze gezondheid. En het bleef geruststellend stil rond Wopke Hoekstra totdat hij vorige week opdook in de kolommen van GeenStijl met de weinig flatteuze tekst van een anonieme collega: ‘Hij ziet er altijd uit alsof hij zojuist van de golfbaan afloopt en roept dat hij een glas wijn bij zijn caesarsalade wil’. Met andere woorden: hij opereert exact volgens de gemiddelde arbeidsethiek binnen de gangbare representatienormen in het Europese parlement waar tekenen bij het kruisje voldoende is voor een bijzonder prettige honorering op een decadente salarisschaal waarbij integriteit niet per se een veel gevraagde verdienste is. Het kan dan ook geen toeval zijn dat vrijwel tegelijkertijd het nieuws bekend werd dat het Amsterdamsche Studenten Corps, de hoofdstedelijke pendant van Wopke’s Minerva, dit studiejaar opnieuw geen beurs van de universiteit zal ontvangen. Nadat onze toekomstige captains of industry het NOS Journaal haalden met smerige bangalijsten en schunnige speeches over vrouwen als sperma-emmers waren maar liefst drie externe vertrouwenspersonenen aangesteld, was er een meldpunt ingericht voor anonieme signalering van grensoverschrijdend gedrag en hadden er diverse ‘dialoogsessies’ over normen en waarden plaats gevonden. Niettemin gingen de heertjes opnieuw de fout in met het plegen van ‘ernstige geweldsincidenten’ (eufemistisch corpsjargon voor buren terroriseren, tuinen renoveren en voorbijgangers molesteren) en nu gaat de hand op de knip. Maar voordat u zich zorgen gaat maken: de reünisten van het corps, type Wopke Hoekstra, hebben al toegezegd financieel te zullen bijspringen. Misschien weet ‘paps’ nog wel een leuke winst te halen via een dubieuze deal met een Oost-Afrikaans safaribedrijf. Niet voor niets is het corporale motto nog steeds: ‘Honestum Petimus Usque’ oftewel: ‘Wij streven voortdurend naar het fatsoenlijke’. Ja, lullo, en je moeder is een hoer.


Copyright Peter Bonder.