Hupsaté!
Ja, het was gezellig, uit eten met vrouw, dochter, zoon, schoondochter en schoonzoon. En ja, het was lekker, bij dat restaurant in het centrum van Enschede. Goed eten, beste porties, aardige bediening, schappelijke prijs, niks mis mee. En toch: waarom moet zo’n menukaart nou zo tenenkrommend schijtlollig zijn? Ik ben twaalf jaar en ik doe Woody Woodpecker na. Wie denken ze daarmee serieus een plezier te doen? Het begint al met de voorgerechten. ‘Karpatsjio’. Tuurlijk. Dat is dus het befaamde gerecht van dungesneden ossenhaas met pijnboompitten, parmezaanse kaas, verse knoflook en olijfolie dat overal gewoon carpaccio heet. ‘Karpatsjio’. Giuseppe Cipriani draait zich om in zijn graf. Gaat u liever voor een flink stuk geitenkaas uit de oven op een bedje van sla, geserveerd met een honing-mosterddressing en walnoten? Dan bestelt u de ‘Be eh eh st lekker’. Be eh eh st leuk gevonden, vinden ze zelf. Hoe vind je het? Be eh eh st lekker. Telefoon voor Bassie en Adriaan. Of nee, sorry: telefoon voor Ernie en Be eh eh rt. Gebakken camembert met een compote van zwarte bessen en brood. Freek de Jonge maakte de grap al in 1963: ‘Je moet je haar kammen, Bert’. Hier maken ze er ‘Kan Men Bert?’ van. We komen niet meer bij. Maar we moeten door, op naar de ‘Garnalen Bende’ met de beroemde kiprommeltjesaus. Kiprommeltjesaus, ik ben bang dat dat nou juist niet jolighoogpolig bedoeld is. Niet te verwarren met de huisgemaakte varkenszwijnenstalpuree. Knorrend lekker, moddervet. En dan hebben we als entree nog de ‘Trage Start’ met ongeveer een dozijn (dertien stuks) slakken gegratineerd met kruidenboter en camembert, pardon ‘Kan Men Bert?’ Let u vooral ook op de geniale grap van die dertien stuks in ongeveer een dozijn. Zoveel humor is op de vier vingers van één hand bijna niet te tellen. En dat zijn dan nog maar de voorgerechten. Het houdt niet op met de pret als we de hoofdgerechten bestuderen. Patsboemtararaboemdiejee, we schepen in voor de ‘VOC Hupsaté’. Een pijnlijk en totaal niet leuk gebrek aan historisch besef (VOC staat voor zeeroverij, onderdrukking, moordpartijen en slavernij) wordt hier culinair weggemoffeld onder een spies (!) van gemarineerde kippendij met rijst, satésaus, atjar, gebakken uitjes en kroepoek. Pinda pinda lekka lekka. Dat van dat historisch besef zien ze trouwens nu zelf ook in met ‘En toen en toen en toen’ voor een tournedos met of champignons of knoflooksaus of pepersaus of champignonsaus of kruidenboter. En toen nam ik of champignons of knoflooksaus of pepersaus of champignonsaus of kruidenboter. Je kunt ook gewoon metéén een extra portie mayonaise vragen. Nog even volhouden, we zijn er bijna. Hebt u zin in een gebakken zalmfilet met een wittewijn-citroensaus? Bestelt u dan de ‘Ik Zallum’. De ober vroeg of ik ‘m snapte. Jazeker, zei ik. ‘Ik Hattem’. Maar ik blief geen vis, dus ook geen gebakken zalmfilet met een wittewijn-citroensaus. Doet u mij als dessert dan maar de ‘Zeg ’s Cheesecake’ met een saus van rode bessen. Zeg ’s Cheese? Helaas Pindakaas. Sorry, nou doe ik het zelf ook. Aufwienerschnitzel. Goededagschotel. Hastalapasta.
Copyright Peter Bonder.