Ministerie van louche praktijken

In de massieve haatcampagne die voorafging aan de verkiezingen van de Tweede Kamer werden de oorzaken van de asielcrisis vooral toegeschreven aan de makkelijkste zondebokken, de vluchtelingen. Dat is een smerige leugen, maar nog smeriger is het dat de politici die deze leugen bleven verspreiden wisten – of hadden moeten weten - dat het een leugen is. Volgens de meest recente cijfers komt de overgrote meerderheid van de immigranten namelijk naar ons land om te werken. Gemiddeld reizen zo’n 100.000 arbeidsmigranten per jaar deze kant op, bijna drie keer zoveel als het aantal asielzoekers (ruim 36.000) dat hierheen vlucht vanwege oorlog, geweld en schending van de mensenrechten in hun geboorteland. Beide groepen brengen hun eigen sores met zich mee, en de specifieke verwerking daarvan, waarbij die van de asielzoekers door de extreemrechtse stoottroepen in ons parlement (PVV, BBB, FvD en JA21) zijn toevertrouwd aan de knokploegen van de hooligans met hun intimiderende V3-formule van varkenspoten, verfbommen en vuurwerk. Voor de belangen van de arbeidsmigranten, of beter gezegd van hun semi-criminele werkgevers, neemt vooral één partij de verantwoordelijkheid en dat is de VVD. Daarbij is het van belang te weten dat de liberalen worden gesponsord door bedrijven als Otto Work Force, een succesverhaal van ‘jonge ondernemers die met lef, visie en doorzettingsvermogen uitgroeiden tot Europa's grootste internationale arbeidsbemiddelaar met 25.000 werknemers en een jaaromzet van 1 miljard euro’. Tenminste, zo staat het ronkend op hun website waar het geurt naar lavendel, kamperfoelie en jasmijn. De werkelijkheid meurt als de woekerende schimmel van de muffe matrassen waarop de willoze knechten in de afvoerputjes van de moderne slavernij na buitensporig lange werktijden in vochtige containers of lekkende caravans een paar uurtjes slaap moeten zien te vatten, met de welig tierende bedwants als gratis logé. Bij de vorige verkiezingen kreeg de VVD bovendien twee ton in de partijkas gestort door Jumeaux Holding, een grote aanbieder van ‘flexibele huisvesting’ (lees: de vochtige containers en lekkende caravans van Otto Work Force en andere uitbuiters) voor arbeidsmigranten.

Toen de doodsaaie, maar wel fatsoenlijke NSC’er Eddy van Hijum nog minister van sociale zaken en werkgelegenheid was probeerde hij paal en perk te stellen aan de louche praktijk dat uitzendbureau’s tot een kwart van het loon van arbeidsmigranten inhouden voor huisvesting. Die gedwongen afdracht van een substantieel deel van het toch al karige salaris zorgt ervoor dat arbeidsmigranten sterk afhankelijk worden van hun opdrachtgever tevens huisbaas en na het verlies van hun werk bijvoorbeeld ook direct hun schamele onderdak kwijtraken. De maatschappij betaalt daarvoor de prijs in de vorm van overlast door daklozen die ooit als arbeidsmigranten naar het aardse paradijs van melk, honing, Mona Keijzer en gouden bergen waren gelokt. Een dag na de verkiezingen kwam zijn VVD-opvolgster Mariëlle Paul met het schandelijke voorstel om de abjecte misstanden van deze perverse praktijk gewoon weer te laten voortbestaan onder het mom van ‘nieuw beleid’. Dat overlegde ze wel met direct belanghebbenden, de uitzendbureau’s, maar niet met de vakbonden of andere werknemersorganisaties die dan ook woedend reageren. Niet alleen omdat ze dit uit de media moeten vernemen, maar ook omdat degenen die ze vertegenwoordigen (uitgebuite, onderbetaalde en schofterig gehuisveste arbeidsmigranten) dubbel afhankelijk worden gemaakt van hun broodheren die dit middeleeuwse privilege gretig incasseren met de goedkope aflaat van een bundel zilverlingen in het roofhol van hun favoriete politieke partij. Zo fungeert de retorische diarree van Dilan Yesilgöz (‘Toch maar weer VVD’: wel met BruinRechts maar niet met GroenLinks) als bliksemafleider voor haar werkelijke missie op het ministerie van louche praktijken: alles voor de hardwerkende Nederlander, en de hardwerkende buitenlander kan verrekken.


Copyright Peter Bonder.