Ongemakkelijk
Frans Timmermans, de afgetreden leider van GroenLinks-PvdA, had geen zin om het afscheid van de vertrekkende kamerleden mee te maken. Dat kwam hem op de gebruikelijke drek te staan vanaf de mesthoop van de sociale media, waarbij de commentaren varieerden van ‘Slechte verliezer!’ tot de gangbare termen uit de minder parlementaire vocabulaire die ik hier niet zal herhalen. Wie evenwel de rechtstreekse uitzending van de treurige ceremonie heeft gevolgd kan niet anders dan de gewezen voorman van de socialisten groot gelijk geven. Zelden zal zich in de officiële vergaderzaal der Staten-Generaal een lamlendiger toneelstuk hebben afgespeeld dan deze wanstaltige productie van gezever, gezwets en gezemel. Het voorspelbare resultaat was een royale overdaad aan zichtbaar ongemak bij de toegesproken betrokkenen van wie de meesten dan ook reageerden met schaapachtig grijnzen, wanhopig glimlachen dan wel onrustig wegkijken. De hoeveelheid aan valse lof, loos gevlei en goedkope stroop die door de kamervoorzitter over de geachte afzwaaiers werd uitgestort grensde aan het onbetamelijke, maar wat het geheel nog aanzienlijk onsmakelijker maakte was het feit dat zijn woorden grotendeels gericht waren aan leden van zijn eigen broddelpartij die gedurende vrijwel hun gehele termijn niets anders hadden weten te verzinnen dan het uiten van gore verdachtmakingen, het stellen van onbenullige vragen, het lachen om hun eigen baggergrappen en het indienen van kansloze moties, niet zelden gepaard gaande met het gezamenlijk produceren van een misplaatst instemmingsritueel in de vorm van triomfantelijk geroffel op hun bureaubladen. Gebakken kwijl op een bedje van gestolde kots, meer was het niet. Niettemin werden ze stuk voor stuk voorzien van een hoeveelheid pluimen in hun achterste alsof er binnenkort na de renovatie van het Binnenhof op zijn minst een zaal naar hen allen afzonderlijk zal worden vernoemd. Lees de handelingen, de notulen zo u wilt, er maar eens op na. De voorzitter citeerde instemmend het legendarische motto van Patrick Crijns uit diens onvergetelijke maidenspeech: ‘Een opgever wint nooit, en een winnaar geeft nooit op.’ Huh? Wacht even: Patrick Crijns, dat was toch een van die twee PVV-schooiers (de andere is Maikel Boon die godverdomme gewoon is herkozen) die hun collega-kamerlid Frans Timmermans met buitengewoon smerige fotocollages van AI-modder beschadigd hadden? Geen woord daarover in het praatje van de voorzitter, zelfs niet de geringste zinspeling van de anders toch zo joviaal kritische beoefenaar van het leutige Seth Gaaikema-schoolcabaret, maar nu even niet. Meneer wenste zijn selectieve neutraliteit niet te schenden en hield zich subjectief onpartijdig op de vlakte: ‘Ik heb geen oordeel over wat kamerleden buiten het debat doen. En daar ben ik heel blij mee’. Hij wel, en met hem die hele PVV-fanfare van rommelaars, frommelaars en trommelaars. Deze tamboers van schande, schuld en schaamte bewijzen helaas het gelijk van Geert Wilders, ik kan het tot mijn grote spijt niet anders formuleren: dit was een nep-parlement, de Bende van Bosma. De zon gaat weer schijnen in Nederland, maar de fantoompijn zal nog wel even blijven schuren.
Copyright Peter Bonder.