Seizoenkaart
‘EMOS!’ appte een goede vriend toen ik hem na de lamlendige wanvertoning bij Volendam bericht had dat sommige spelers van FC Twente hun carrière misschien beter bij een club als Cambuur zouden kunnen voortzetten. Zoals altijd ligt ook hier de gewenste waarheid ergens in het midden, met alle terechte waardering voor de klassieke status van EMOS uit het jaar 1916, tegenwoordig met het eerste herenteam uitkomend in de vijfde klasse E, met respectabele stadgenoten als Sportclub Enschede, FC Aramea, De Tubanters, Victoria 28, SVV 91 en PW. Zoveel historie, standing en prestige is in de Beugel Bunker nog niet voorhanden hoewel ik me nog wel kan herinneren dat bij de eerste wedstrijd in het Arke Stadion niemand minder dan de eerbiedwaardige Benno van Delden op de fiets kwam kijken. Dat was op 10 mei 1998, de tegenstander was PSV en FC Twente won met 3-0 door doelpunten van Chris de Witte, Jan van Halst en Martijn Abbenhues – dezelfde speler die eerder dat jaar ook het laatste doelpunt in Het Diekman had gescoord. We namen die herinnering mee naar ons nieuwe plekje waar we ons al snel thuis voelden. Het vaste clubje bestond uit mijn zus en mijn zwager, om de beurt zoon en dochter Bonder, een paar jongens van de hockey, een man die elke wedstrijd met de fiets uit Gelderland kwam en een aardige dame die behalve haar bloedmooie dochter ook altijd lekkere snoepjes meenam om te delen. Het was knus, het was gezellig, het was vertrouwd en, ook niet onbelangrijk: we hadden geen wedstrijden op zaterdagavond om negen uur zodat we om half twaalf eindelijk een keer thuis waren. Berthil ter Avest ging als de brandweer langs de zijlijn, Theo ten Caat liet vooral de bal het werk doen en Sjakie Polak zwaaide altijd terug als we na de wedstrijd ‘Sjakie!’ naar hem riepen. De mooiste? Utrecht thuis op 26 maart 2000 toen mijn buurman het bij de stand 0-2 voor gezien hield en ’s avonds met het bord op schoot zag dat het 4-2 geworden was. Hij heeft het nog lang moeten horen, totdat we van de club bericht kregen dat we daar weg moesten voor de TOS, de businessclub met meer geld. Het vaste clubje viel uit elkaar en die aardige dame met haar bloedmooie dochter en lekkere snoepjes heb ik helaas nooit meer teruggezien. Ik vond een nieuwe plek achter het doel – en achter een spandoek van de Ootmarsumse supportersvereniging dat me een deel van het uitzicht op de doelmond benam. De communicatie hierover met een aardige, bereidwillige medewerker van FC Twente verliep plezierig, maar helaas zonder resultaat. En toch was het niet eens zozeer dit spandoek dat me in de weg zat. Ik begon me steeds meer te storen aan het gescheld en gevloek om me heen. Toen een speler van Lazio Roma oktober vorig jaar werd gewisseld en keurig langs de achterlijn het veld verliet om het spel niet onnodig op te houden, kreeg hij de meest vreselijke verwensingen over zich heen. De arme jongen had niets anders verkeerds gedaan dan kennelijk het verkeerde shirt aangetrokken. Na de eerste thuiswedstrijd van dit seizoen had ik weer een paar nieuwe woorden geleerd en was ik er echt helemaal klaar mee: diezelfde dag nog stond mijn seizoenkaart op Marktplaats. Ik wens de nieuwe eigenaar veel plezier en red me wel met ESPN. En als ik een wedstrijd live wil zien kan ik vanmiddag altijd nog naar Victoria 28 dat thuis speelt tegen EMOS. Om 14.30 uur, zoals het hoort.
Copyright Peter Bonder.